Gebruik

Volwassenen

• 1 ampul, 3 tot 4 maal per dag

Toedieningswijze

• Combivent° verneveloplossing moet via een vernevelaar of via een toestel met positieve intermittente druk worden toegediend
• Elke ampul is gebruiksklaar en moet niet meer worden opgelost. Sommige toestellen vergen echter een hoger volume dan 2,5 ml: in die gevallen voegt men aan Combivent° fysiologisch serum toe om het vereiste minimale volume te bereiken

Opgelet met

• Obstructieve hypertrofische cardiomyopathie, tachyaritmie.• Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, of voor een van de hulpstoffen vermeld in "Samenstelling".

In beeld

Algemeen

Dit product bevat een combinatie van ipratropium en salbutamol:

Ipratropium behoort tot de groep van de kortwerkende anticholinergica. Deze stoffen kunnen de luchtwegen verwijden, waardoor je gemakkelijker kan ademen. Bovendien vermindert ipratropium de hoeveelheid slijm ter hoogte van de longen.

Salbutamol behoort tot de groep van de kortwerkende bèta2-mimetica. Deze stoffen kunnen de luchtwegen verwijden. Hierdoor zal je gemakkelijker kunnen ademen. Bovendien beletten ze de vrijzetting van bepaalde stoffen die ontstekingen kunnen veroorzaken. Op deze manier remmen ze het ontstaan van ontstekingen ter hoogte van de longen.

De arts kan je deze combinatie van geneesmiddelen voorschrijven wanneer je lijdt aan astma of een chronische luchtwegobstructie (COPD).

Deze geneesmiddelen worden toegediend via inhalatie. Salbutamol wordt samen met ipratropium toegediend wanneer je last hebt van zeer ernstige aanvallen of wanneer enkel een kortwerkende bèta2-mimetica, zoals salbutamol, geen verbetering geeft.

Bijwerking

Bijwerkingen van ipratropium:

Soms
Wanneer je ipratropium gebruikt, kan je soms last hebben van een droge mond. In dit geval is het zeer voornaam dat je voldoende aandacht besteedt aan een goede tand-en mondhygiëne. Want een droge mond geeft snel aanleiding tot cariës.
Daarnaast kan een bittere smaak optreden bij het gebruik van ipratropium.

Zelden
Een geïrriteerde keel, heesheid en hoesten komen eerder zelden voor. Net als hoofdpijn en duizeligheid. Andere zeldzame bijwerkingen zijn maagdarmklachten. Dit uit zich in diarree, verstopping, braken en zeer zelden misselijkheid.

Zeer zelden
Zeer zelden treden hartkloppingen en een versnelde hartslag op. Net als wazig zien en oogpijn. Bovendien kan je overgevoelig zijn voor dit middel of één van de gebruikte hulpstoffen. Dit uit zich in gezwollen oogleden, lippen of gezicht, benauwdheid, een rode huid, galbulten of jeuk. Wanneer je deze tekens herkent, stop je best onmiddellijk met het gebruik van ipratropium en contacteer je arts.

Bijwerkingen van salbutamol:

Zelden
Enkele bijwerkingen die eerder zelden voorkomen zijn trillende handen en hartkloppingen. Deze zouden binnen enkele uren na gebruik moeten verdwijnen. Wanneer je hier na twee weken nog steeds last van hebt, contacteer je best je arts.
Daarnaast behoren hoesten en hoofdpijn tot de eerder zeldzame nevenwerkingen van dit geneesmiddel.

Zeer zelden

• Mond- en keelirritaties: dit kan je gedeeltelijk voorkomen door na het inhaleren je mond te spoelen.
• Toename van de benauwdheidsklachten (paradoxale bronchospasmen): wanneer je meer last hebt na het inhaleren van dit geneesmiddel, moet je direct stoppen met het gebruik. In dit geval contacteer je best je arts.
• Veranderingen in je bloedsuikergehalte: dit is vooral van belang wanneer je diabetes hebt. Controleer in deze situatie regelmatiger je bloedsuikergehalte.
• Voorbijgaande spierkrampen: deze ontstaan door een direct effect van dit geneesmiddel op de skeletspieren. Dit effect is afhankelijk van de dosis die je gebruikt.
• Overvloedig transpireren
• Overgevoeligheidsreacties: deze gaan meestal gepaard met huiduitslag, galbulten en jeuk. Bovendien kan je bloeddruk dalen, kan je opgezwollen voeten en enkels krijgen,...
• Opgezwollen enkels en voeten (oedeem): dit is vooral van belang bij personen met hartfalen. Want deze patiënten zijn extra gevoelig voor het ontstaan van oedeem. In dit geval overleg je best met je arts.
• Toename van bestaande hartaandoeningen, zoals pijn in de borst.
• Verhoogd risico op hartritmestoornissen: dit is vooral van belang bij personen die een hartritmestoornis hebben, bijvoorbeeld het aangeboren verlengde QT-interval. Ook bij patiënten met een verminderde hoeveelheid kalium, treden deze hartritmestoornissen sneller op.
• Verminder de aanmaak van bloedplaatjes: in dit geval loop je meer risico op bloedingen, bijvoorbeeld een bloedneus.
• Angst, rusteloosheid of hallucinaties: bij deze klachten neem je best contact op met je arts.
• Slaapstoornissen en gedragstoornissen.
• Hyperactiviteit en prikkelbaarheid komt eerder zeer zelden voor bij kinderen onder 12 jaar. Wanneer je dit toch opmerkt bij je kinderen, contacteer je best je arts.

Wanneer je teveel last ondervindt van één van bovenstaande nevenwerkingen of je ervaart een bijwerking waarover je je zorgen maakt, aarzel dan niet je arts te contacteren!

Voorzorgen!

Zwangerschap
Er zijn weinig gegevens bekend over het gebruik van beide stoffen bij zwangere vrouwen. Vooraleer je start met dit geneesmiddel overleg je best eerst met je arts.

Borstvoeding
Ipratropium komt nauwelijks in de moedermelk terecht. Salbutamol komt voor een klein gedeelte in de moedermelk terecht. Er zijn voorlopig weinig gegevens bekend over het mogelijk schadelijk effect van dit product voor het kind. Als je borstvoeding wenst te geven en je neemt dit geneesmiddel, overleg je best eerst met je arts.

Alcohol, autorijden en alles eten?
Bij dit geneesmiddel zijn er geen beperkingen wat alcohol, autorijden of voeding betreft.
Let op: ipratropium kan in zeldzame gevallen duizeligheid en een wazig zicht veroorzaken en salbutamol  trillingen of spierkrampen. Wanneer je hier last van hebt, ben je best extra voorzichtig bij het besturen van een voertuig.

Geneesmiddelinteracties
Sommige bètablokkers die gebruikt worden bij hart- en vaatziekten, migraine of glaucoom kunnen het effect van salbutamol tegenwerken. Hierdoor heeft salbutamol onvoldoende werking. Deze middelen zijn ook in staat om aanvallen van benauwdheid uit te lokken. De bètablokkers bij hart- en vaatziekten waarbij de wisselwerking optreedt, zijn carvedilol, labetalol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol.
Wanneer oogdruppels een bétblokker bevatten, zoals betaxolol, carteolol, levobunolol, metipranolol en timolol, is het zeer voornaam dat je deze goed toedient. Dit doe je door enkele minuten het traankanaal dicht te duwen wanneer je de oogdruppels hebt ingebracht. Zo voorkom je dat de werkzame stof uit de oogdruppel via de traanbuis in je neus terechtkomt en vandaar in je bloed wordt opgenomen.

Onze beste tips