Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > Zoek op actief bestanddeel - S - Sertraline - SERTRALINE SANDOZ 50 MG 100 TABL

Voornaam:
     
Achternaam:
     
Email:
     
Jouw vraag / opmerking:
     
SERTRALINE SANDOZ 50 MG 100 TABL
SANDOZ
100 deelbare tabletten
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/cfef9bde30189043cf331d98d09d0670.jpeg
SERTRALINE SANDOZ 50 MG 100 TABL
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/cfef9bde30189043cf331d98d09d0670.jpeg
https://assets.medipim.be/media/medium/cfef9bde30189043cf331d98d09d0670.jpeg

Prijs incl. btw: Vermelde prijs is inclusief BTW en onder voorbehoud van prijswijzigingen en of typfouten.

28,02 €
CNK code: 2275063
In voorraad
Deskundig advies
Leveringen in PEER: op weekdagen besteld voor 15u, vandaag nog in huis!
Gratis levering vanaf 50 €

Dit geneesmiddel kan niet opgestuurd worden. Voorschriftplichtig

Thumbnail image for https://media.medipim.be/media/450x450/a4348e5c8adf6f867280c1b35c7043ddfca3c966.jpg
SERTRALINE SANDOZ 50 MG 100 TABL
Meer
Belangrijke informatie
Dit is een geneesmiddel.
Het is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Comform de wetgeving kan u het enkel reserveren en in onze apotheek betalen en afhalen. Bedankt voor uw begrip.
Lees ook onze info voor verstandig gebruik van medicatie.
Lees aandachtig de bijsluiter.
  • Behandeling niet plots onderbreken
  • Kan rijgedrag en/of reactievermogen beïnvloeden
Specifieke vragen?

Gebruik

Volwassenen

  • Startdosis: 50 mg/dag
  • Dosisverandering in stappen van 50 mg met min. 1 week interval
  • Max. 200 mg/dag
  • Startdosis 25 mg/dag, na een week 50 mg/dag
  • Dosisverandering in stappen van 50 mg met min. 1 week interval
  • Max. 200 mg/dag

Kinderen < 18 jaar

  • Startdosis

  • 13 tot 17 jaar: 50 mg/dag.

  • 6 tot 12 jaar: 25 mg/dag, na een week 50 mg/dag (= 2,5 ml oplossing)
  • Dosisverandering in stappen van 50 mg met min. 1 week interval
  • Max. 200 mg/dag

Toedieningswijze

  • In 1 enkele dosis per dag, 's morgens of 's avonds
  • Met of zonder voedsel

Opgelet met

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of je medicijn één van die werkzame stoffen bevat, kun je nagaan in de bijsluiter.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere middelen die het reactievermogen verminderen. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als je twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
  • Ritonavir, een middel tegen hiv en aids, remt de afbraak van sertraline, waardoor je meer last kunt krijgen van de bijwerkingen van sertraline. Neem contact op met je arts als je dit merkt.
  • De middelen tegen hiv en aids darunavir en fosamprenavir verminderen de werking van sertraline. Uw arts zal de werkzaamheid van sertraline extra in de gaten houden.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur en naproxen. Gelijktijdig gebruik van sertraline en deze middelen geeft kans op een maagbloeding. Maagbloedingen komen wel eens voor bij het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers. Dit risico is hoger als u ook sertraline gebruikt. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Als je toch sertraline samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, zal de arts je ook een maagbeschermend middel voorschrijven voor de periode dat je de pijnstiller nodig hebt.
  • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep. Dit zijn amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline, nortriptyline en trimipramine. De hoeveelheid van deze middelen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als je ze tegelijk met sertraline gebruikt. Raadpleeg je arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als je al gestopt bent met dit middel kan het enkele dagen tot weken duren voor je een ander middel tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • Sommige andere middelen tegen depressie, namelijk fenelzine, tranylcypromine, moclobemide en trazodon, kunnen te sterk werken en meer bijwerkingen geven als je ze tegelijk met sertraline gebruikt. Raadpleeg je arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als je al gestopt bent met dit middel kan het enkele dagen tot weken duren voor je een ander middel tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • Selegiline en rasagiline, middelen tegen de ziekte van Parkinson. Deze middelen kunnen niet met sertraline worden gebruikt, omdat ze dan een ernstige bijwerking kunnen geven. Ook als je al gestopt bent met dit middel duurt het twee weken voor je selegiline of rasagiline veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor je, na stoppen met selegiline of rasagiline, met sertraline mag beginnen. Overleg met je arts.
  • Clozapine een middel tegen psychoses. Sertraline kan de hoeveelheid clozapine in het bloed verhogen en hierdoor de bijwerkingen van clozapine versterken. Neem contact op met je arts. Wellicht kan deze je een ander SSRI voorschrijven.
  • Pimozide, een middel tegen psychoses. Bij combinatie met pimozide heb je een verhoogd risico op hartritmestoornissen.Je kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens je arts onvermijdelijk is.
  • Cyproheptadine, een middel tegen onder andere allergie, kan de werking van sertraline verminderen. Overleg met je arts. Misschien kan hij/zij  een ander anti-allergiemiddel voorschrijven of de dosis sertraline wat verhogen. Als je merkt dat de klachten waar u sertraline gebruikt toenemen, moet je dat bij je arts melden.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Sertraline kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als je sertraline gaat gebruiken, de dosis verandert of als je stopt met het gebruik.
  • De plasmiddelen chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als je één van deze middelen samen met sertraline gebruikt, heb je de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in uw bloed. Je merkt dit soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen je arts.
  • Tamoxifen, een anti-oestrogeen, dat gebruikt wordt bij bepaalde vormen van borstkanker. Sertraline kan het effect van dit middel verminderen. Overleg met je arts. Mogelijk kun je overstappen op een ander middel tegen depressie.
  • Het antibioticum linezolid, de pijnstiller tramadol en een middel tegen migraine sumatriptan. In combinatie met sertraline is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom. Je kunt dan last krijgen van trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Wanneer je last krijgt van een combinatie van ten minste vier van deze bijwerkingen, moet je contact opnemen met je huisarts. Vertel ook aan mensen uit je naaste omgeving dat je last kunt krijgen van deze bijwerkingen, omdat je dit zelf niet altijd merkt.

Twijfel je eraan of één van de bovenstaande wisselwerkingen in je situatie belangrijk is? Neem dan contact op met je apotheker en/of arts.

In beeld

Depressie


Algemeen

  • Majeure depressieve episodes
  • Preventie van heroptreden van majeure depressieve episodes
  • Paniekstoornis, met of zonder agorafobie
  • Obsessieve compulsieve stoornis (OCS) bij volwassenen en kinderen van 6-17 jaar
  • Sociale angststoornis
  • Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Bijwerking

Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

De belangrijkste bijwerkingen zijn maagdarmklachten, slapeloosheid, hoofdpijn, zweten, trillen, seksuele stoornissen, droge mond, sufheid, wazig zien, bloedingen, gewichtsverandering en overgevoeligheid.

Regelmatig

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree en krampen. Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als je gewend bent geraakt aan het middel. Je hebt minder last van deze bijwerkingen als je het middel met wat voedsel inneemt. Ook kun je de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt.
  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en te late zaadlozing. Deze bijwerkingen gaan over als je met het middel stopt. Neem contact op met je arts als je hier last van hebt.
  • Sufheid, slaperigheid en een verminderd reactievermogen. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij je oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als je nog aan het middel moet wennen.
  • Slapeloosheid. Heb je hier last van, neem het middel dan altijd 's ochtends in.
  • Hoofdpijn, benauwdheid.
  • Rusteloosheid, verwardheid, angst en nervositeit. Dit treedt vooral op in het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.
  • Zweten, trillen en bibberen. Raadpleeg je arts als je hier te veel last van hebt.
  • Droge mond. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in je gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als je merkt dat je last hebt van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

Soms

  • Wazig zien.
  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merk je ook aan blauwe plekken en bloedneuzen. Raadpleeg je arts als je daar vaak last van hebt. Dit middel kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom bij je arts dat je dit middel gebruikt wanneer je een operatie moet ondergaan.
  • Moeilijk stil kunnen zitten en rusteloosheid. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson, kunnen hier meer last van krijgen.
  • Hartklachten zoals hartkloppingen, pijn op de borst en stijging van de bloeddruk. Raadpleeg je arts als je hier veel last van hebt.

Zelden

  • Menstruatiestoornis en opvliegers.

Zeer zelden

  • Gewichtsverandering. Vraag je huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.
  • Als u diabetes mellitus heeft: je kunt eerder een te laag bloedglucosegehalte (hypo) krijgen door dit middel. Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.
  • Kaalheid.
  • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merk je aan huiduitslag en galbulten, soms treedt ook koorts op. Raadpleeg bij deze verschijnselen je arts. Er kan zich ook een ernstige overgevoeligheidsreactie voordoen. Dit kan zich uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. Je kunt hierbij erg benauwd worden. Als het ontstaat, moet je onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-hulpdienst gaan. Je mag dan dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheek door dat je overgevoelig bent voor sertraline. Het apotheekteam kan er dan op letten dat je het middel niet opnieuw krijgt.
  • Stemmingsveranderingen, toename van depressieve gedachten, vijandige gevoelens naar zichzelf of anderen. Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met je arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Artsen schrijven dit middel daarom meestal niet aan hen voor.
  • Bij mensen met epilepsie kan een aanval worden uitgelokt. Overleg hierover met je arts.

Raadpleeg je arts en/of apotheker als je te veel last hebt van een van de bovengenoemde bijwerkingen of als je andere bijwerkingen ervaart waar je je zorgen over maakt.

Onze beste tips

Sertraline

Samenleven met en zorgen voor iemand met een depressie. Wat je beter wel of niet kan doen?  1. Praat wat meer over ‘vroeger’ toen het leven er nog wat zonniger uitzag; zoek ook bezigheden die de persoon leuk vond.
2. Wees niet te kritisch en ook niet teveel betrokken.
3. Probeer je eventuele gevoelens van onmacht of boosheid vanwege de situatie te aanvaarden.
4. Blijf met elkaar praten, luister met aandacht en geef ook je eigen gedachten en gevoelens weer.
5. Zorg dat je zelf niet overbelast raakt, roep hulp in van anderen als dat nodig is (o.a. de vereniging Similes “Je staat er niet alleen voor”) en zorg voor ontspanning.
6. Steun de persoon om in behandeling te gaan of de voorschriften van de arts verder te zetten.
7. Let op mogelijk gevaar voor zelfmoord
8. Prijs iedere vooruitgang, hoe klein ook
9. Probeer zoveel mogelijk je eigen bezigheden te houden ;
10. Zoek informatie over depressie en informeer de omgeving voldoende.
 
Tips als je zelf depressief bent.

1. Probeer uit te zoeken of uw depressie een reactie is op een gebeurtenis of een probleem.
2. Ga na of er iemand in uw omgeving is met wie u over uw gevoelens en eventuele problemen kunt praten. Neem eventueel deel aan een praatgroep
3. Probeer te aanvaarden dat u een depressie heeft; wind u niet op omdat de genezing zo traag verloopt.
4. Ga op een normale tijd naar bed, en sta ook op een normale tijd op.
5. Zoek afleiding in activiteiten die voor jou ontspannend zijn.
6. Blijf maatschappelijk actief, isoleer je niet; zorg regelmatig voor lichaamsbeweging en kies steeds een activiteit waar u echt zin in hebt.
7. Neem de tijd om te lachen.
8. Wacht met het nemen van beslissingen die vergaande gevolgen hebben, zoals verhuizen of scheiden.
9. Zoek geen troost in alcohol of drugs - iedereen kan geholpen worden door het inwinnen van advies of het raadplegen van een arts.
10. Als je het niet eens bent met de voorgestelde behandeling, vraag dan een tweede mening.

Je kiest er niet voor om depressief te zijn.
Depressie belangt ons allemaal aan! Je kan geholpen worden, spreek erover met je huisarts en/of apotheker.

Depressie: omgaan met

Actief blijven

  • Probeer actief te blijven, ook als je je moe of lusteloos voelt.
  • Maak een dagprogramma. Dit kan je helpen om actief te blijven. Enkele tips:
    • Wat je doet maakt niet uit, als je maar iets doet (afwassen, in de tuin werken,..).
    • Maak het programma niet te vol.
    • Maak de activiteiten op zichzelf niet te zwaar. Zeg bijvoorbeeld niet dat je het hele huis gaat schoonmaken, zeg liever dat je de douche grondig gaat poetsen.
    • Het is niet erg wanneer het niet lukt om alles uit te voeren. Volgende keer beter.
  • Zorg voor regelmaat. Probeer een vast tijdstip aan te houden voor het eten, het naar bed gaan en het opstaan. Dit geeft meer structuur en houvast.
  • Voorkom dat je jezelf gaat verwaarlozen. Besteed tijd aan het nemen van een douche, haren wassen, scheren,… .
  • Zoek steun in je omgeving. Probeer iemand te vinden met wie je af en toe open en eerlijk kan praten over je depressie.
  • Sporten en bewegen kunnen helpen om je stemming te verbeteren. Ga wandelen, fietsen, zwemmen,… .


Seksualiteit

Mensen met een depressie hebben vaak minder zin in seks. Bedenk dat de depressie je problemen veroorzaakt en dat ze waarschijnlijk overgaan als de depressie verdwijnt. Wat je zelf kunt proberen:

  • Probeer te praten met je partner over je seksuele problemen. Zo kan je misverstanden vermijden.
  • Seks is meer dan geslachtsgemeenschap. Maak eventueel afspraken om elkaar een tijd lang wel te strelen, elkaar vast de pakken, te masseren,… maar geen gemeenschap te hebben.
  • Als je denkt dat je seksuele problemen niet worden veroorzaakt door de depressie, spreek hier dan over met je arts. De arts kan onderzoeken of er misschien andere oorzaken zijn.

Als je depressie herstelt, zal waarschijnlijk ook de behoefte aan seks terugkeren. Indien je seksuele problemen ook na je depressie blijven bestaan, is er misschien een andere oorzaak. Spreek hierover met je  arts.

Valpreventie: woning aanpassen

Toegangsweg en terras:

  • Zorg dat er geen uitstekende tegels zijn.
  • Bladeren, mos en sneeuw kunnen tegels en houten oppervlakken glad maken. Zorg dan ook dat dit verwijderd wordt.
  • Wanneer tegels los liggen zorg je beter dat deze vast worden gelegd.
  • Zorg voor een vrije toegangsweg. Verwijder voorwerpen die in de weg staan.

Verlichting:

  • Zorg dat alle kamers voldoende verlicht zijn. Zeker bij trappen en tussen de slaap- en badkamer.
  • Een automatische verlichting met sensor kan nuttig zijn.

Telefoon:

  • Plaats de telefoon niet te hoog zodat je er gemakkelijk bij kunt.
  • Zorg voor een centrale plaats voor uw telefoon zodat je er snel bij kunt geraken. Een draagbare telefoon is aangeraden.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Het kan nuttig zijn om bij je telefoon een lijstje te leggen met telefoonnummers indien je hulp nodig hebt. Stel eventueel in je telefoon een sneltoets in zodat je snel iemand kunt bereiken.
  • Eventueel kan een personenalarmsysteem geïnstalleerd worden in je woning. Indien je de telefoon niet meer kunt bereiken kun je met dit systeem snel iemand contacteren.

Trappen:

  • Zorg dat traplopers goed vastliggen.
  • Leg geen voorwerpen op de trap.
  • Leg geen matje onderaan de trap.
  • Kleef een antislipstrook op de treden van uw trap.
  • Ga nooit op onstabiele trapjes of ladders staan.
  • Duid eventueel de eerste en de laatste trede aan met speciale fluostripjes.
  • Zorg voor een stevige trapleuning. Indien mogelijk aan beide zijden van de trap.
  • Voorzie voldoende verlichting op en rond de trap.

Vloer:

  • Laat niets op de vloer slingeren. Ruim steeds meteen je woning op.
  • Hou je vloer schoon en droog. Je kunt vallen of slippen op water, stof, kruimels of groenten. 
  • Leg zo weinig mogelijk tapijten in huis. Indien je toch tapijten wenst in huis, kies dan een tapijt met een antislip-systeem.
  • Losse kabels moeten vastgemaakt worden aan de muur.

Badkamer en wc:

  • Probeer de badkamervloer droog te houden. Natte tegels kunnen heel glad zijn.
  • Zorg voor stevige handgrepen waar nodig.
  • Leg eventueel een antislipmat in bad of douche. Voor het toilet kan een antislipmatje ook nuttig zijn.
  • Was jezelf zittend aan de lavabo of in de douche. Er bestaan speciale douchezitjes, maar een plastic tuinstoel kan ook geschikt zijn, indien deze in je douchecabine past.

Keuken:

  • Plaats dingen die je regelmatig gebruikt binnen handbereik.
  • Zet een kookpot met bijvoorbeeld hete soep of boodschappentassen nooit op de grond.
  • Indien je iets moet nemen op grotere hoogte, gebruik dan een stevige en stabiele trapladder in plaats van een stoel.
  • Berg elektrische apparaten en gevaarlijke voorwerpen, zoals messen, na gebruik veilig op.

Slaapkamer:

  • Schaf je een tweede telefoon (draagbaar). Zo hoef je je niet te haasten om op tijd de telefoon op te nemen.
  • Kies een bed met aangepaste hoogte, je moet gemakkelijk in en uit het bed komen. Zorg ervoor dat je voeten de grond raken wanneer je op de rand van het bed zit.
  • Je lichtschakelaar moet bij voorkeur toegankelijk zijn vanuit je bed.

Valpreventie: veilig geneesmiddelgebruik

  • Vermijd zo veel mogelijk het innemen van kalmeer- of slaapmiddelen omdat je hier duizelig van kan worden. Indien je ze toch moet nemen, wees dan aandachtig voor de mogelijke bijwerkingen. Bespreek dit met je arts.
  • Bespreek het gebruik van geneesmiddelen met je arts. Bepaalde geneesmiddelen kunnen de kans op vallen verhogen.
  • Neem geneesmiddelen precies zoals de arts (of apotheker) je heeft verteld.
  • Contacteer je arts indien je last hebt van bijwerkingen.
  • Hou er rekening mee dat je ook duizelig kunt worden van geneesmiddelen die niet op voorschrift zijn, bijvoorbeeld voedingssupplementen met valeriaan, …
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Beperk of vermijd het gebruik van alcohol.

Valpreventie: beweging

  • Probeer een half uur per dag actief te bewegen. Speel met je kleinkinderen, neem de trap in plaats van de lift, werk in de tuin, wandel naar de winkel, doe huishoudelijke taken, … .
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.
  • Beperk langdurig zitten. Onderbreek het zitten elke 30 minuten door enkele malen op te staan en even rond te wandelen.
  • Hou je spieren in conditie door regelmatig te wandelen, te fietsen, te zwemmen, … .
  • Er zijn cursussen die je kunt volgen om je evenwicht te verbeteren, bv tai chi, yoga, turnen.
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Warm je spieren altijd eerst op voordat je een inspanning levert.
  • Drink voldoende water wanneer je een inspanning doet.
  • Zoek eventueel een partner om samen bewegingsoefeningen te doen, indien je dit niet graag alleen doet.
  • Stap regelmatig: bewegen verbetert de conditie van je botten.
  • Probeer veel melkproducten te eten. Vraag eventueel aan je arts of apotheker voor voedingssupplementen met extra calcium en vitamine D.
  • Stop met roken en matig je alcoholgebruik.

Valpreventie: voldoende zicht

  • Ga regelmatig naar de oogarts. Misschien moet e brilsterkte aangepast worden.
  • Leen geen bril van iemand anders.
  • Zorg voor voldoende verlichting in heel je huis. Liefst met lampenkap of mat glas zodat je niet verblind wordt.
  • Ruim dadelijk op zodat er niets rondslingert waarover je later kunt struikelen.

Valpreventie: duizeligheid voorkomen

  • Neem plaats op de rand van je bed, stoel of zetel vooraleer je opstaat. Laat je benen bengelen totdat je niet meer duizelig bent.
  • Adem een aantal keren diep in en uit.
  • Plaats vervolgens je beide voeten naast elkaar. Zet ze plat op de grond onder je knieën.
  • Steun met je handen op je knieën en sta langzaam recht.

Valpreventie: stabiliteit en mobiliteit

  • Zorg dat je schoenen goed passen.
  • Draag gesloten schoenen.
  • Kies schoenen met een brede, lage hak, een dunne antislipzool met velcro of veters.
  • Strik altijd je veters.
  • Loop nooit op kousen, liever op blote voeten.
  • Verzorg je voeten goed, behandel wondjes en drukplekken. Een bezoek van een pedicure is geen overbodige luxe.
  • Draag pantoffels die je voeten goed omsluiten (geen instekers).
  • Draag eventueel steunzolen.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: valangst voorkomen

  • Zet je telefoon (of meerdere) op een centrale plaats.
  • Leg alarmnummers in de buurt van je telefoon of zet ze als sneltoets in je telefoon.
  • Indien je een alarmzender draagt van je persoonlijk alarm draag je deze best rond je hals of pols. Bij een val volstaat een druk op de knop voor hulp.
  • Spreek met vrienden of buren af. Bel elke dag of ga eens langs. Zorg ervoor dat je niet vergeten wordt.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: bij een val

  • Probeer zo rustig mogelijk te blijven.
  • Zorg dat je niet onderkoelt raakt: ga op een mat liggen, bedek uzelf met kranten, tapijt, deken, jas, kussens, … .
  • Probeer iemand te verwittigen (telefoon, persoonlijk alarm, roepen, kloppen).
  • Probeer recht te komen als je geen erge pijn voelt (bv. aan je heupen, in je buik, aan je hoofd of in je borststreek).

Rechtkomen na een val:

  • Rol op je buik door je hand over je buik in de andere richting te brengen.
  • Steun op beide handen en voeten en duw af zodat je op beide knieën komt te steunen.
  • Zoek steun aan een stevig en stabiel meubel.
  • Zet één voet plat op de grond, plooi je knie en duw jezelf op.

Depressie: algemeen

Enkele tips om zelf aan de slag te gaan

  • Vaak helpt het om er met anderen over te praten. Leg hen uit hoe je je voelt. De meeste mensen hebben hier begrip voor.
  • Gun jezelf de tijd om ingrijpende ervaringen te verwerken. Sta jezelf toe om verdrietig of boos te zijn. Stel niet te hoge eisen aan jezelf.
  • Probeer regelmaat in je leven te houden:
  • Ga op normale tijden naar bed.
  • Sta op tijd op en kleed je aan.
  • Eet drie keer per dag op vaste tijden (en drink liever geen alcohol).
  • Zorg voor afleiding en ontspanning door dingen te doen die je prettig vindt.
  • Zorg ook voor extra lichaamsbeweging, bijvoorbeeld door dagelijks een halfuur te wandelen of fietsen, zwemmen of tuinieren.
  • Ga bij vrienden langs, ook al zie je er tegenop. Een regelmatige dagindeling met wat lichamelijke activiteit en sociale contacten helpt bij een depressie. Blijf dus niet alleen maar thuis zitten.

In sommige gevallen is het raadzaam een arts te raadplegen.

Samenleven met iemand met een depressie, enkele tips

  • Zoek informatie op over depressie.
  • Aanvaard de situatie.
  • Praat wat meer over vroeger, zoek activiteiten die de persoon vroeger leuk vond.
  • Zorg voor een luisterend oor.
  • Blijf praten. Spreek ook over uw eigen gedachten en gevoelens.
  • Schakel tijdig hulp in van anderen. Vermijd dat je overbelast raakt. Probeer je eigen bezigheden zoveel mogelijk te behouden.
  • Let op signalen die op zelfmoord kunnen wijzen.

Angststoornis: leren ontspannen

Leer stress herkennen en probeer bewust te ontspannen op momenten dat de stress oploopt.

Leer stress herkennen

Hieronder enkele typische verschijnselen bij stress.

  • Lichamelijk:
    • gespannen spieren;
    • klamme handen;
    • vaak hoofdpijn hebben;
    • slecht slapen;
    • hartkloppingen;
    • vaak moe zijn;
    • hoge bloeddruk.
  • Psychisch:
    • lusteloos, somber;
    • zich machteloos voelen;
    • lusteloos, gejaagd;
    • snel geïrriteerd.
  • Gedrag:
    • heel veel of net heel weinig eten;
    • alcohol drinken om te kunnen ontspannen;
    • regelmatig kalmerende middelen/ slaapmiddelen gebruiken;
    • veel klagen, cynisch zijn;
    • neiging zich terug te trekken of net  heel druk zijn;
    • niet meer echt kunnen genieten.

Ademhalingsoefeningen of spierontspanningsoefeningen kunnen helpen om te ontspannen. Denk bijvoorbeeld aan yoga.

Leef gezond

Hoe gezonder je bent, hoe beter je tegen stress of spanning bestand bent.

  • Eet gezond en gevarieerd.
  • Beweeg voldoende.
  • Zorg voor een goede nachtrust.

Besteed aandacht aan sociale contacten

Contact met anderen helpt stress te voorkomen. Doe dingen waar je plezier in hebt. Plan regelmatig leuke en ontspannende activiteiten in, zoals:

  • sporten;
  • in de tuin werken;
  • naar de film;
  • uit eten met vrienden;
  • … .

Folder

Depressie

In gesprek over depressie

depressie - verschijnselen - verloop - oorzaken - behandeling - tips voor patiënten en hun naasten

 

Angststoornis

Dwangstoornis

wat is een dwangstoornis en hoe uit het zich - diagnose - voorbeelden dagelijkse moeilijkheden - behandelingen, medicamenteus en therapeutisch - tips voor patiënt en omgeving
 

Gegeneraliseerde angststoornis

gegeneraliseerde angststoornis - verschijnselen - gevolgen - voorkomen en beloop - oorzaken - behandeling - vervolg - tips voor patiënten en hun naasten
 

Posttraumatische stress-stoornis

posttraumatische stress-stoornis - verschijnselen - gevolgen - voorkomen en beloop - oorzaak - vervolg - tips voor patiënten en hun naasten
 

Sociale fobie

symptomen - onstaan - gevolgen - oorzaken - behandeling - medicatie en bijwerkingen - tips voor patiënten en omgeving