Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > Zoek op actief bestanddeel - M - Montelukast (10 mg) - MONTELUKAST TEVA 10 MG 98 TABL

Voornaam:
     
Achternaam:
     
Email:
     
Jouw vraag / opmerking:
     
MONTELUKAST TEVA 10 MG 98 TABL
TEVA PHARMA BELGIUM
98 tabletten
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/de7712999a4d4b29a364b7e811a8e04f.jpeg
MONTELUKAST TEVA 10 MG 98 TABL
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/de7712999a4d4b29a364b7e811a8e04f.jpeg
https://assets.medipim.be/media/medium/de7712999a4d4b29a364b7e811a8e04f.jpeg

Prijs incl. btw: Vermelde prijs is inclusief BTW en onder voorbehoud van prijswijzigingen en of typfouten.

50,14 €
CNK code: 2655108
In voorraad
Deskundig advies
Leveringen in PEER: op weekdagen besteld voor 15u, vandaag nog in huis!
Gratis levering vanaf 50 €

Dit geneesmiddel kan niet opgestuurd worden. Voorschriftplichtig

Thumbnail image for https://media.medipim.be/media/450x450/ecdc5e7793557d43242e217320827c8fb8b9fa36.jpg
MONTELUKAST TEVA 10 MG 98 TABL
Meer
Belangrijke informatie
Dit is een geneesmiddel.
Het is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Comform de wetgeving kan u het enkel reserveren en in onze apotheek betalen en afhalen. Bedankt voor uw begrip.
Lees ook onze info voor verstandig gebruik van medicatie.
Lees aandachtig de bijsluiter.
  • 's avonds innemen
  • Bevat lactose, opletten als u lactose-intolerantie heeft!
Specifieke vragen?
Werkzame bestanddelen

Gebruik

Dosering

De dosering bij volwassenen van 15 jaar en ouder met astma, of met astma en gelijktijdigeseizoensgebonden allergische rhinitis, is één tablet van 10 mg per dag 's avonds in te nemen.Montelukast Teva mag ingenomen worden met of zonder voedsel.

Algemene aanbevelingen:

Het therapeutisch effect van montelukast op de parameters van astmacontrole manifesteertzich binnen één dag. Men moet de patiënten adviseren om montelukast te blijven innemen,zelfs als hun astma onder controle is, alsook tijdens perioden waarin het astma verergert.Montelukast mag niet gebruikt worden samen met andere producten die hetzelfde werkzamebestanddeel, montelukast, bevatten.

Behandeling met Montelukast in relatie tot andere behandelingen voor astma.

Montelukast kan toegevoegd worden aan het bestaande behandelingsschema van de patiënt.

Inhalatiecorticosteroïden: De behandeling met montelukast kan gebruikt worden als add-ontherapie bij patiënten indien andere middelen, zoals inhalatiecorticosteroïden pluskortwerkende ?-agonisten, naar behoefte gebruikt, onvoldoende klinische controle geven. Alsbehandeling met Montelukast Teva wordt toegevoegd aan inhalatiecorticosteroïden, mogeninhalatiecorticosteroïden niet abrupt door montelukast vervangen worden.

  • Speciale populaties

Er is geen dosisaanpassing vereist bij bejaarden, of bij patiënten met nierinsufficiëntie, of lichtetot matige leverinsufficiëntie. Er zijn geen gegevens beschikbaar voor patiënten met ernstigeleverinsufficiëntie. De dosering is dezelfde voor mannelijke en vrouwelijke patiënten.

Pediatrische patiënten

Montelukast Teva 10 mg filmomhulde tabletten is niet aanbevolen voor gebruik bij kinderenjonger dan 15 jaar omdat er onvoldoende gegevens over de veiligheid en de werkzaamheidbeschikbaar zijn.

5 mg kauwtabletten zijn beschikbaar voor kinderen van 6 tot 14 jaar.

4 mg kauwtabletten zijn beschikbaar voor kinderen van 2 tot 5 j

In beeld

Soorten inhalatoren


Algemeen

Dit geneesmiddel heeft als werkzaam bestanddeel montelukast.

Montelukast is een leukotrieenreceptorantagonist. Het blokkeert bepaalde stoffen, leukotriënen genoemd. Leukotriënen veroorzaken een vernauwing en zwelling van de luchtwegen in de longen. Door de leukotriënen te blokkeren, verbetert dit geneesmiddel de symptomen van astma, helpt het astma te controleren en helpt het seizoensgebonden allergieën (ook bekend als hooikoorts of seizoensgebonden allergische rhinitis) te controleren.
Uw arts kan dit geneesmiddel voorschrijven

  • om astma te behandelen en om astmasymptomen overdag en ’s nachts te voorkomen.
  • bij de behandeling van astmapatiënten die niet goed onder controle zijn met hun medicatie en die een aanvullende behandeling nodig hebben.
  • om door inspanning opgewekte astmasymptomen te voorkomen.
  • om bij astmapatiënten de symptomen van seizoengebonden allergische rinitis te verlichten.

Montelukast 10 mg kan gebruikt worden door volwassenen en adolescenten vanaf 15 jaar.

Montelukast dient niet om een astma-aanval te behandelen.

Onze beste tips

Astma, algemeen

  • Mijd ruimtes waar gerookt wordt. Laat niemand roken in ruimtes waar je vaak bent, bijvoorbeeld je eigen huis.
  • Zorg ervoor dat je altijd een inhalator bij je hebt en neem op vakantie je geneesmiddelen mee.
  • Vermijd stoffen die een allergische reactie opwekken. Ben je bijvoorbeeld allergisch voor huisstofmijt? Houd dan je huis zo veel mogelijk stofvrij. Zorg in ieder geval dat de slaapkamer schoon is. Leg geen tapijt op de vloer en koop anti-allergeen beddengoed. Ventileer je huis goed om schimmels en huisstofmijt weg te houden.
  • Regelmatig sporten, vermindert de kans op een aanval en vermindert ook de hevigheid van de klachten. Je conditie verbetert, het is goed voor je ademhaling en luchtwegen en voor de ontspanning. Zorg bij het sporten steeds voor een goede ‘warming up’. Niet alle sporten zijn even geschikt. Sporten die in koude, droge lucht uitgeoefend worden (zoals ijsschaatsen, ijshockey, langlaufen), mijd je best. Adem, als het buiten koud is, liefst door je neus of draag een sjaal voor uw mond en neus. De ingeademde lucht is dan minder koud en daardoor minder prikkelend voor de luchtwegen. Ook sporten met een hoge adembehoefte laat je liever aan anderen over. Overleg met je longarts welke sporten goed voor je zijn en hoe intensief je mag sporten.
  • Neem geen aspirine of andere ontstekingsremmers zonder advies van je arts.
  • Als de aanvallen door stress worden opgewekt, probeer dan ontspanningsoefeningen te doen.
  • Astma is meestal goed te behandelen. Geneesmiddelen kunnen astma niet echt genezen. Bij zorgvuldig gebruik van astmamedicatie kunnen de klachten wel verminderen of langdurig wegblijven. Het is ontzettend belangrijk om je medicatieschema goed vol te houden, ook al heb je een tijdje geen aanvallen meer gehad.
  • De meeste geneesmiddelen bij astma worden door inademing (inhalatie) toegediend. Correct inademen van de medicatie is zeer belangrijk. Het gebruik van een inhalator lijkt eenvoudiger dan het is. Er bestaan immers verschillende inhalatiesystemen zoals puff- en poedersystemen. Bij een dosisaërosol (puff-systeem) moet je langzaam inademen, bij een poederinhalator doe je dit juist krachtig.  Als een inhalator verkeerd gebruikt wordt, komt het grootste gedeelte van het geneesmiddel in de mond en keel terecht, en niet in de longen.  Als je meerdere inhalators moet gebruiken, kan de volgorde van inhalatie van belang zijn (bijv. eerst een bronchodilatator of luchtwegverwijder, daarna een corticosteroïd). Ook is het voor sommige inhalators belangrijk om de mond na gebruik te spoelen en het spoelwater uit te spuwen. Vraag dus steeds raad aan je apotheker hoe je deze apparaatjes correct gebruikt.

Astma, uitlokkende factoren mijden (allergische prikkels)

Uitlokkende factoren mijden (allergische prikkels)

Wat kun je doen?

Bij een pollenallergie:

  • Houd in de lente en zomer ramen en deuren gesloten.
  • Probeer aan het einde van de ochtend en het begin van de avond, als de meeste pollen in de lucht zitten, binnen te blijven. Verlucht je huis na een regenbui,'s morgens vroeg (voor 9u) of 's avonds laat (na21u, laagste pollenconcentratie).
  • Houd de pollenkalender in de gaten.
  • Houd tijdens het rijden de ramen van de wagen gesloten en schakel de airco en ventilatie uit. Er bestaan ventilatiesystemen met een pollenwerende filter.
  • Draag buiten een zonnebril tegen irritatie van de ogen. Vermijd het dragen van contactlenzen. Hierop kunnen allerlei deeltjes zich vastzetten.
  • Vermijd hoog gras en plaatsen waar gras wordt gemaaid. Laat het gras maaien aan iemand anders over.
  • Vermijd tijdens de zomer te sporten in openlucht.
  • Neem na een wandeling een douche om de pollen te verwijderen. Was je kleren sneller, maar laat ze niet aan de buitenlucht drogen.
  • Wrijf niet in je ogen. Verminder de irritatie liever door te spoelen met lauw water of een vochtig washandje op je ogen te leggen.
  • Je kunt je vakanties aan zee of in het gebergte plannen, de pollenconcentraties zijn daar lager.
  • Voorkom actief en passief roken. Rook kan de overprikkelbaarheid van de luchtwegen doen toenemen.

Bij een huisstofmijtallergie:

  • Laat het bed de hele dag onopgedekt. Zo kan het afkoelen en het vocht kan verdampen. Was de lakens elke week op meer dan 60°C.
  • Geef de voorkeur aan synthetisch beddengoed. De matras, het hoofdkussen en het dekbed overtrek je met een speciale hoes die de lucht en het vocht doorlaat, maar de uitwerpseldeeltjes van de huisstofmijt weerhoudt.
  • Verkies synthetisch dekbedden. Was deze minstens drie maal per jaar op meer dan 60°C.
  • Slaap met het slaapkamerraam open, zodat de slaapkamer ook 's nachts goed wordt geventileerd.
  • Kies voor vloerbekleding die je met warm water kan afwassen. Verwijder tapijten.
  • Plaats de kleerkast indien mogelijk buiten de slaapkamer. Plaats zo weinig mogelijk meubilair in de slaapkamer.
  • Geen boeken, planten, speelgoed of knuffeldieren op de slaapkamer. Als je knuffels niet warmer dan 60°C kan wassen, kun je ze ook 48uur in de diepvries bewaren.
  • Kies voor gordijnen of overgordijnen in synthetisch materiaal, was ze om de drie maanden.
  • Verlucht regelmatig het huis. Een goede ventilatie is vooral belangrijk bij dubbele beglazing omdat de binnenste glasruit warm blijft en de condensatie zich bij voorkeur voordoet op stoffen in de kamer. Dit doet de vochtigheid toenemen. De luchtvochtigheid houd je best laag (relatieve luchtvochtigheid beneden 55%). Gebruik de verwarming ook zo min mogelijk.
  • Laat tijdens en een tijdje na het douchen of het baden de deur dicht, maar een raam open, zodat het meeste vocht meteen naar buiten gaat en zich niet in huis verspreidt.
  • Kleed je aan en uit buiten de slaapkamer.
  • Vermijd het gebruik van sterk geurende producten.
  • Dweil de vloer twee maal per week. Stof af met een vochtige doek. Schud het beddengoed buiten uit. Vermijd overmatig gebruik van de stofzuiger omdat hierdoor allerlei deeltjes terug in de omgevingslucht kunnen terechtkomen.
  • Laat geen dieren in de slaapkamer toe.
  • Zorg voor een maximale lichtinval in huis, vooral in de slaapkamers.

Bij een allergie voor schimmels:

  • Verlucht badkamers en afgesloten ruimtes in huis.
  • Verwijder vochtig behang, beschimmelde planten en voedingswaren.
  • Verban luchtbevochtigers.
  • Vermijd overdreven isolatie.
  • Vermijd boswandelingen na mist of regen. Raak dode of rottende bladeren niet aan.

Bij een allergie voor huisdieren:

  • Vermijd elk contact met huisdieren en de voorwerpen waar het dier mee in aanraking komt.
  • Bevochtig éénmaal per week de pels van het dier met lauw water.

In sommige gevallen is het noodzakelijk een arts te raadplegen.

Astma, uitlokkende factoren mijden (niet allergische prikkels)

Uitlokkende factoren mijden (niet-allergische prikkels)

 Mensen met astma zijn vaak extra gevoelig voor prikkels zoals cosmetica, inspanning, luchtvervuiling, geneesmiddelen, stoffen in de lucht, tabaksrook, virusinfecties, weersomstandigheden,... .

Wat kun je doen?

  • Hypo-allergene verzorgingsproducten verkleinen de kans op een allergische reactie.
  • Vermijd bij smog (luchtvervuiling) inspannende activiteiten. Overleg met je arts of je bij luchtvervuiling extra geneesmiddelen kunt nemen.
  • Door je astma kun je overgevoelig zijn voor bepaalde geneesmiddelen zoals aspirine en soortgelijke pijnstillers (NSAID's). Voor deze geneesmiddelen zijn er goede alternatieven. Vraag meer advies aan je arts of apotheker.
  • Bepaalde geneesmiddelen hebben een werking die precies tegengesteld is aan luchtwegverwijders. Dit geldt voor bètablokkers, een geneesmiddel tegen hoge bloeddruk, hartklachten en glaucoom. Deze middelen kunnen benauwdsheidsklachten geven als bijwerking.
  • Zorg voor een goede ventilatie in de keuken tijdens het koken. Zet de afzuigkap aan voor je gaat koken en laat hem een kwartier na het koken aanstaan. Zet eventueel een raam open.
  • Kies voor schoonmaakmiddelen en wasmiddelen met een neutrale geur.
  • De geur van drukinkt kan lastig zijn. Een truc is om de krant te strijken. Tegenwoordig kun je de krant ook op Internet lezen.
  • Zorg dat gas- en oliekachels een goede afvoer hebben. Laat deze kachels regelmatige controleren, zeker één keer per jaar.
  • Uit nieuwe, gelijmde meubels, laminaat, spaanplaten, triplex of isolatiemateriaal kan een bepaald gas vrijkomen, formaldehydegas, waar je overgevoelig voor kunt zijn. Als je merkt dat dit het geval is, kies dan voor andere materialen. Als dit niet kan, ventileer voldoende.
  • Vermijd ruimtes waar gerookt wordt. Laat niemand roken in ruimtes waar je vaak bent, bijvoorbeeld je eigen huis.
  • Een virusinfectie kan bij mensen met astma de klachten verergeren. Laat elk jaar een griepvaccin zetten.
  • Bij vochtig en koud weer, raken de luchtwegen geprikkeld en kan kortademigheid ontstaan. Dat geldt ook voor temperatuurschommelingen. Vermijd een plotselingen overgang van een warme naar een koude omgeving of omgekeerd.

Astma, stoppen met roken

Waarom stoppen met roken?

Iedereen weet dat roken de gezondheid schaadt. Maar voor mensen met astma is roken nog ongezonder dan voor anderen. De luchtwegen raken door de rook gevoeliger voor prikkels en vernauwen steeds sneller. Rokers met astma krijgen daardoor steeds vaker last van benauwdheid, hoesten en het opgeven van slijm en verhogen zo hun kans op een astma-aanval.

Roken verhoogt ook de kans op blijvende vernauwingen van de luchtwegen, zoals deze ook bij COPD aanwezig zijn. Ook hierdoor kunnen de klachten verergeren. Een ander nadelig gevolg is dat het effect van de behandeling door het roken sterk verminderd of zelfs tenietgedaan kan worden. Om deze redenen wordt mensen met astma sterk aangeraden om te stoppen met roken.

Hoe stoppen met roken?

Voor sommige is het advies om te stoppen met roken voldoende. Zij raken nooit meer een sigaret aan. De meeste rokers vinden het heel moeilijk om te stoppen. Zorg daarom dat je het goed voorbereidt. Raadpleeg je arts of apotheker als je overweegt te stoppen. Dan bespreken zij wat de moeilijkheden kunnen zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Met hulpmiddelen lukt het vaak beter om te stoppen. Bijvoorbeeld met middelen die het tekort aan nicotine aanvullen, zoals nicotine-kauwgom of -pleisters. Zo kun je eerst de gewoonte van het roken afleren, terwijl je nog wel nicotine binnenkrijgt. Daarna ga je pas de hoeveelheid nicotine verminderen. Behalve nicotine bevat sigarettenrook ook andere verslavende stoffen. Daardoor heb je met een nicotinekauwgom of -pleister vaak toch nog behoefte aan roken. Je moet dus zelf ook echt willen stoppen om door te zetten en het werkelijk vol te houden.

Ondersteuning bij het stoppen

Stoppen met roken is moeilijk. Het helpt als je omgeving je hierbij ondersteunt. Vertel aan de mensen om je heen dat je wilt stoppen. Samen lukt het vaak beter. Stoppen met roken kan ook in een groep, onder leiding van een deskundige.

Voor meer informatie en adviezen over stoppen met roken kun je naar de website van 'Tabakstop' gaan.

Moeilijk, maar niet onmogelijk

Veel mensen die roken kunnen zich een leven zonder sigaretten nauwelijks voorstellen. Dit komt omdat de nicotine in sigaretten verslavend is: je hebt deze stof steeds opnieuw nodig. Daarnaast is het roken verbonden aan allerlei dagelijkse handelingen. Je rookt een sigaret bij de koffie, na het eten, gezellig bij een glaasje wijn enzovoort. Als je bent gestopt met roken, word je bij deze alledaagse gewoonten steeds weer aan het roken herinnerd.

Mislukte pogingen

Misschien ben je al een keer gestopt en vervolgens toch weer begonnen. Daarin ben je niet de enige. De meeste mensen hebben namelijk ongeveer drie of vier pogingen nodig om uiteindelijk van het roken af te komen. Het lijkt daardoor misschien bijna onmogelijk om met roken te stoppen.

Overigens zijn eerdere ervaringen met stoppen vaak erg nuttig: je leert zo precies wat de moeilijke momenten zijn. Die ervaring kun je gebruiken als je opnieuw wilt stoppen. Je kunt oplossingen bedenken voor problemen die zich de vorige keer bij het stoppen voordeden.

Elk jaar stoppen zo'n honderdduizend mensen met roken

Stoppen met roken is misschien zelfs makkelijker dan je denkt. Veel ex-rokers zeggen dat het stoppen meeviel. Je zult waarschijnlijk een paar weken lang af en toe sterk naar een sigaret verlangen. En ook na die eerste weken zal het verlangen naar een sigaret nog wel eens de kop opsteken. Maar na een maand merk je dat het stoppen al een stuk makkelijker gaat. Je hebt minder vaak moeilijke momenten. De lichamelijke voordelen merk je al snel. Na acht uur is de hoeveelheid zuurstof in het bloed weer normaal. Na twee dagen is je smaak- en reukvermogen al aanzienlijk verbeterd. Ook krijg je een gezondere kleur in je gezicht en voelen je handen en voeten warmer aan.

Als het stoppen echt is gelukt, is vrijwel iedereen erg opgelucht. Bijna iedereen die al een tijd rookt heeft er spijt van ooit te zijn begonnen met roken. Maar er is niemand die spijt heeft met roken gestopt te zijn.

Waarom stoppen?

Dat mensen blij zijn als het ze lukt om te stoppen is begrijpelijk. Er zijn veel redenen om te stoppen. Je zult ze waarschijnlijk al kennen.

  • Je bent minder snel verkouden of ziek.
  • Je tabaksrook vormt geen risico meer voor de mensen om je heen.
  • Je conditie verbetert.
  • Je voelt zich fitter en gezonder.
  • Je bespaart geld.
  • Je gaat er beter uitzien.
  • Je kleding ruikt niet meer rokerig.
  • Je smaak- en reukvermogen verbeteren.
  • Je huis is schoner.
  • Je hoeft minder vaak je plafonds te verven, te behangen en de gordijnen te wassen.
  • Je hoeft niet meer steeds aan roken te denken, ook niet tijdens je werk of tijdens een lange vliegreis.

Ernstige aandoeningen

Hoe langer je rookt, des te groter de kans op ernstige aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten of longkanker. Jaarlijks sterven er ongeveer 9000 Vlamingen aan de gevolgen van roken.

Sommige mensen lopen nog meer risico

Voor sommige mensen is roken nog schadelijker dan voor anderen. Dat geldt voor mensen met diabetes, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol en overgewicht. Dit komt omdat zij toch al een verhoogde kans op hart- en vaatproblemen hebben (hartaanval, beroerte). Het roken komt daar nog eens bij, zodat er een optelsom van risico's ontstaat. Ook werken sommige geneesmiddelen minder goed als je rookt, bijvoorbeeld geneesmiddelen bij diabetes of bloeddrukverlagers. Door te stoppen met roken maak je de risico's een stuk kleiner.

Een goede aanpak

Echt willen stoppen

Stoppen betekent uiteindelijk: steeds opnieuw besluiten geen sigaret op te steken, net zolang totdat je geen zin meer hebt in een sigaret. Die besluiten neem je zelf. Stoppen met roken is je beslissing.

Het is daarom goed eerlijk na te denken over het roken. Wat vind je zelf van het roken? Wil je werkelijk stoppen of doe je het eigenlijk voor een ander, bijvoorbeeld je partner of arts? Zorg ervoor dat je je eigen reden(en) hebt om te stoppen.

Je hebt al gelezen over redenen om te stoppen. Lees ze nog eens door en ga na wat deze redenen voor je betekenen. Wat vind je er van? Probeer op deze manier je redenen te bedenken waarom je wilt stoppen met roken.

Een soort weegschaal

Een nuttige methode om dit te doen is om het stoppen met roken te zien als een soort weegschaal. Aan de ene kant zet je de voordelen, aan de andere kant de nadelen. Naar welke kant slaat de schaal door? Een voordeel van zo'n aanpak is dat je een helder beeld krijgt van wat je nou eigenlijk vindt over je roken.

Zoek ondersteuning

Roken is een verslaving. Op eigen kracht een verslaving doorbreken is veel moeilijker dan dit doen met ondersteuning. Ondersteuning is daarom een belangrijk onderdeel van het stopproces.

Er is veel ondersteuning beschikbaar. Je kunt denken aan begeleiding, aan farmacologische hulpmiddelen zoals nicotinevervangende middelen, of aan een combinatie van deze twee (een combinatie heeft het grootste effect.) Een goede eerste stap is om hulp te vragen aan je huisarts of apotheker. De huisartsen bieden een eenvoudig programma aan, waarbij je wordt gesteund om met roken te stoppen. Je kunt ook op andere manieren stoppen met roken via ‘Tabakstop’. Voor meer informatie kun je naar hun website gaan.

Zoek steun bij je omgeving

Natuurlijk is de steun van familie en vrienden belangrijk. Vertel je vrienden en familie dat je gaat stoppen. Vertel het vooral aan mensen van wie je weet dat ze je met raad en daad kunnen ondersteunen. Mensen van wie je weet dat ze je in de verleiding kunnen brengen weer te gaan roken, kun je in die eerste periode beter vermijden.

Als je partner rookt, is het aan te raden om samen te stoppen. Dat kan het voor beiden makkelijker maken. Bovendien: als je stopt terwijl je partner blijft roken, blijf je ongezonde rook inademen. Dit meeroken is schadelijk voor je  gezondheid: de kans op bepaalde aandoeningen, zoals COPD of kanker neemt hierdoor toe. Je partner moet natuurlijk wel zelf achter het stoppen staan. Probeer daarom samen na te denken over de voor- en nadelen van het stoppen. Zet deze bijvoorbeeld in een ‘weegschaal' (zie hierboven).

Als je geen partner heeft, kun je misschien een ander of anderen vinden die ook willen stoppen, bijvoorbeeld een collega of een goede vriend(in). Zorg er wel voor dat je je niet afhankelijk voelt van degene met wie je stopt. Het stoppen blijft je eigen verantwoordelijkheid.

Bepaal een datum

Spreek met jezelf af dat je gaat stoppen en prik - samen met je begeleider - een datum. Hierdoor kun je je ergens op richten en je  zo goed mogelijk voorbereiden. Vertel aan zo veel mogelijk mensen dat je gaat stoppen. Dat maakt het makkelijker voor je om ook echt de stap te zetten.

In de periode voordat je definitief stopt kun je alvast minderen met roken. Probeer elke dag bijvoorbeeld een sigaret minder te roken in aanloop tot de stopdatum. Probeer bijvoorbeeld de makkelijkste sigaretten over te slaan. Als je meer dan 10 sigaretten per dag rookt kun je ook alvast nicotinevervangers gaan gebruiken om ontwenningsverschijnselen tegen te gaan.

Een goed moment

Kies een goed moment om te stoppen. In een erg drukke periode met veel spanning is het waarschijnlijk moeilijker om niet te roken. Veel mensen vinden een vakantie een goede tijd om te stoppen: ze zijn dan meer ontspannen, zitten niet vast in allerlei gewoonten (waarvan roken er één is) en hebben veel afleiding. Andere mensen vinden het juist prettig om te stoppen als zij in hun dagelijkse routine zitten. Ze kunnen hun routine dan aanpassen om moeilijke momenten te voorkómen.

Omgaan met ontwenningsverschijnselen

Ontwenningsverschijnselen ken je al een beetje. Als je langer dan je gewend bent niet rookt, word je onrustig, nerveus, je krijgt klamme handen, en vooral: zin in een sigaret. Als je helemaal met roken stopt, krijg je van al deze (en nog andere) verschijnselen last. Bij ongeveer de helft van de mensen beginnen deze ontwenningsverschijnselen tijdens de eerste 24 uur van het stopproces en zijn meestal op de tweede of derde dag het sterkst (de nicotine is dan volledig uit het bloed verdwenen als je stopt zonder nicotinevervanger). Je kunt te maken krijgen met de volgende verschijnselen:

  • zin in roken
  • een grieperig gevoel
  • prikkelbaarheid
  • gespannenheid
  • onrust
  • hoofdpijn
  • duizeligheid
  • slecht slapen

Deze klachten zijn op zich niet ernstig, maar wel vervelend. Zo vervelend dat ze je in de verleiding brengen weer een sigaret op te steken. Maar je kunt ook anders tegen deze ontwenningsverschijnselen aankijken. Je kunt ze als positief zien: ze geven immers aan dat je lichaam tegen de rookverslaving aan het vechten is! Op deze manier worden misselijkheid of onrust juist tekenen dat je goed bezig bent en dat je aan de winnende hand bent in het gevecht met de verslaving.

Ontwenningsverschijnselen worden snel minder

Nicotine is al na 48 uur uit je lichaam verdwenen. De ontwenningsverschijnselen worden meestal na twee weken al minder. In de daaropvolgende weken nemen ze verder af en ten slotte verdwijnen ze helemaal. De meeste tijd bent je kwijt om het roken los te koppelen van bepaalde momenten, handelingen, emoties of personen.

Wel kunnen de verschijnselen sterk wisselen. Net als je een goede dag heeft gehad, krijg je een dag waarin je alleen maar aan roken kunt denken. Ga dan voor jezelf na welke omstandigheden het je op die dag lastiger maakten. Bedenk dan wat je aan die omstandigheden kunt veranderen om het stoppen makkelijker vol te houden.

Nicotinevervangende middelen

Als je meer dan tien sigaretten per dag rookt, is het aan te raden hulpmiddelen te gebruiken die de ontwenningsverschijnselen helpen onderdrukken. De voorkeur gaat uit naar nicotinevervangende middelen. Andere geneesmiddelen kunnen vanwege de eventuele bijwerkingen beter als tweede keuze worden beschouwd. Vooral in combinatie met begeleiding, van je (huis)arts, een begeleider van een rookstopcentrum of een stoppen-met-rokenprofessional, blijkt het gebruik van hulpmiddelen succesvol.

Wanneer je nicotinevervangende middelen gebruikt, krijg je lichaam nog nicotine binnen. Hierdoor kun je je gewoonten veranderen zonder dat je steeds door nicotineontwenning wordt herinnerd aan het roken. Nicotinevervangers zijn verkrijgbaar in de vorm van kauwgom, pleisters, zuigtabletten en tabletjes voor onder de tong. Lees altijd eerst goed de gebruiksaanwijzing of laat je adviseren door je (huis)arts of apotheker.

Informeer bij je mutualiteit of de nicotinevervangende middelen worden terugbetaald.

Andere geneesmiddelen

Je (huis)arts kan ook andere geneesmiddelen voorschrijven. Vanwege de bijwerkingen die kunnen optreden is het aan te raden om eerst andere manieren te proberen.

Bupropion

Je (huis)arts kan bupropion (Zyban®) voorschrijven. Dit geneesmiddel is oorspronkelijk een middel tegen depressie, maar heeft daarnaast als bijwerking dat het de zin naar roken tegengaat.

Het middel wordt gegeven in een kuur van negen tot twaalf weken, die één tot twee weken voor de stopdatum begint.

Het middel kan bijwerkingen hebben, zoals slapeloosheid, misselijkheid en een droge mond. Het is niet makkelijk deze te onderscheiden van de ontwenningsverschijnselen. Bedenk dat bupropion niet gecombineerd mag worden met sommige hartmiddelen, waaronder bètablokkers en geneesmiddelen voor hartritmestoornissen. Overleg daarom altijd met je (huis)arts.

Bupropion wordt alleen terugbetaald mits attest van de adviserend geneesheer van je mutualiteit als je ouder bent dan 35 jaar en aan COPD lijdt. Je moet dan ook een bewijs kunnen voorleggen van professionele begeleiding tijdens je hele stoptraject. De vergoeding kan worden toegestaan tot maximum één verpakking van 100 tabletten van 150 mg per poging tot stoppen met roken en tot maximum 3 pogingen over een periode van 5 jaar, met elke keer tenminste 6 maanden tussen 2 pogingen. De behandelende arts maakt het aanvraagformulier op. Er is geen tussenkomst voorzien voor het startpakket.

Bupropion is alleen op voorschrift verkrijgbaar.

Sommige artsen schrijven nortriptyline (Nortrilen®) voor, omdat dit een vergelijkbare werking heeft en goedkoper is. Dit middel is echter niet officieel geregistreerd als middel om het stoppen met roken te ondersteunen. Bovendien is het middel niet geschikt voor mensen die hartproblemen hebben!

Varenicline

Varenicline (Champix®) is een geneesmiddel dat speciaal is ontwikkeld voor stoppen met roken. Het middel gaat de ergste zin in roken tegen en vermindert de ontwenningsverschijnselen. Wanneer iemand toch rookt terwijl hij varenicline gebruikt, dan blijft het prettige gevoel door het roken weg.

Eén á twee weken voor de stopdatum begin je dit geneesmiddel te gebruiken. Dit houd je twaalf weken vol. De belangrijkste bijwerking is misselijkheid. Ook slapeloosheid en (angst)dromen kunnen voorkomen. Als je veel last hebt van bijwerkingen, waarschuw dan je arts.

Je ziekenfonds betaalt (éénmalig) een doos Champix® terug. Je arts moet daarvoor een aanvraag indienen bij de adviserende arts van je ziekenfonds. Je moet minstens 18 jaar zijn en verklaard hebben om professionele begeleiding te volgen. Er wordt slechts éénmalig één verpakking van 140 tabletten van 1 mg vergoed.

Een overzicht van alle hulpmiddelen en hulpmethoden vind je op de website van Tabakstop: www.tabakstop.be

Als je zin krijgt in een sigaret

Vrijwel iedereen krijgt te kampen met een bij momenten hevige zin in een sigaret. Vaak gebeurt dit op ‘speciale momenten', bijvoorbeeld na het avondeten of in gezelschap van vrienden. Het kan zijn dat je hierop voorbereid bent en weet dat zo'n moment gaat komen. Maar het kan ook zijn dat je er door wordt overvallen.

Zo'n moment kan eindeloos lijken, maar in werkelijkheid duurt deze hevige trek meestal maar één of twee minuten. Daarna wordt de trek vanzelf minder en vergeet je weer dat je een sigaret wilde. De trek in een sigaret zal bij het begin van het stoppen heviger zijn. Naarmate je langer bent gestopt, merk je dat je minder vaak aan sigaretten denkt.

Het kan helpen om op zulke momenten je aandacht van de sigaret af te leiden. Dat kan op allerlei manieren:

  • Drink iets, bijvoorbeeld een glas water of thee.
  • Neem een druivensuiker; dit voorkomt ook dat je trek in andere zoetigheid krijgt.
  • Ga vijf minuten bewegen; het blijkt dat door (kort) te bewegen de behoefte aan een sigaret sterk afneemt.
  • Eet iets, bijvoorbeeld een appel.
  • Zoek afleiding: maak een ommetje, ga een praatje maken, bel iemand op.
  • Doe iets met je handen: doe de afwas, ga iets kopiëren, ruim het bureau op, doe een klusje.
  • Lees het lijstje met redenen om te stoppen.
  • Adem een paar keer diep in en uit.

Ga situaties waarin je graag rookte tijdelijk uit de weg

De meeste mensen die roken doen dit de hele dag. Toch hebben veel mensen bepaalde momenten waarop ze het liefste roken: ‘s ochtends bij de koffie, na het eten, bij een borreltje, in het café, met bepaalde kennissen enzovoort. Het kan helpen om, zeker in de eerste weken dat u niet rookt, deze situaties zo veel mogelijk uit de weg te gaan. Zo kun je heel wat momenten ontlopen waarop je zin krijgt in een sigaret.

Dikker worden/zwaarder worden

Veel mensen die stoppen met roken komen aan. Het gemiddelde ligt tussen de 2,5 en 6 kilo, maar dit verschilt natuurlijk per persoon. Je kunt aankomen om verschillende redenen:

  • Het roken zorgt ervoor dat de stofwisseling sneller werkt. Nadat je bent gestopt wordt de stofwisseling weer normaal. Hierdoor kun je iets aankomen.
  • Vaak gaan mensen meer eten omdat de sigaret een leegte achterlaat. Door iets te eten wordt deze leegte gevuld.
  • Mensen die stoppen komen ook aan omdat ze beter kunnen ruiken en proeven: het eten smaakt lekkerder en dus eten ze meer.

Hoe kun je voorkomen dat je veel aankomt?

Voorkomen dat je aankomt is op zich eenvoudig: beweeg meer, eet minder extraatjes en meer basisvoeding (zoals brood, groente en fruit). Bewegen kan ook helpen bij het omgaan met ontwenningsverschijnselen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan wandelen of fietsen. Het hoeft dus niet te betekenen dat je meteen intensief moet gaan sporten. Ontwenningsverschijnselen kunnen lijken op 'een hongergevoel'. Een druivensuikertablet kan dat gevoel wegnemen. Stoppen met roken en minder eten is een erg lastige opgave. Je kunt beter eerst stoppen met roken, ook als je dan iets aankomt. Als je ongeveer drie maanden bent gestopt, kun je proberen iets af te vallen. Eventueel kun je een diëtiste om raad vragen.

Ondersteuning

De huisarts of stoppen-met-rokencoach

De huisarts of coach kan je begeleiden bij het stoppen met roken. Dit gebeurt volgens een bepaalde methode. Eerst wordt het stoppen voorbereid. De begeleider kijkt hoe je rookgedrag is (hoeveel, wanneer, hoe lang al enzovoort). Ook bespreekt hij of zij de redenen om te stoppen. Verder wordt bekeken welke problemen zich bij het stoppen kunnen voordoen en hoe je hiermee het beste om kunt gaan. Ten slotte wordt een stopdatum afgesproken en een definitieve keuze gemaakt voor hulpmiddelen.

Groepssessies

Je kunt je ervaring delen met andere rokers in groepssessies. Tijdens deze sessies praat je onder begeleiding van een gespreksleider (tabakoloog). In deze groepssessies kan iedereen zijn problemen en motivaties kwijt. Zo kun je elkaar steunen en nuttige tips geven. Deze zelfhulpgroepen bestaan in diverse vormen en de werking ervan kan dus verschillen.

Voor meer informatie kun je naar de website www.tabakstop.be gaan of bellen naar het gratis nummer 0800 111 00.

Telefonisch

Je kunt ook telefonische begeleiding nemen. Zo krijg je de hulp van een professionele tabakoloog zonder dat je je hoeft te verplaatsen. De telefonische begeleiding is een begeleidingsmethode die de Tabakstop heeft opgezet die intensieve begeleiding biedt, om rokers te helpen stoppen met roken. Voor meer informatie klik hier.

Via internet (ICoach)

De ICoach is een gratis interactief programma dat je kan helpen te stoppen met roken. Het biedt verschillende hulpmiddelen zoals een dagboek, forum, grafieken,… Je kunt de ICoach raadplegen wanneer je dit het beste vindt. Voor meer informatie klik hier.

Persoonlijk contact

Je kunt ook contact opnemen met:

  • Een tabakoloog
  • Een rookstopcentrum
  • Een arts
  • Een apotheker

De tabakoloog zal een persoonlijke strategie samen met je opstellen. Daarna zal hij/zij naar je luisteren en steunen doorheen het ontwenningsproces. Ook zal de tabakoloog werken aan je motivaties. Voor meer informatie klik hier.

In sommige ziekenhuizen, medische centra, … kun je terecht voor specifieke rookstop begeleiding. Dit zijn zogenaamde rookstopcentra. Hier geven ze je soms een totaalaanpak. Zo staan er verschillende hulpverleners zoals tabakologen en psychologen klaar om je te begeleiden. Voor mee informatie klik hier.

Gedragstherapie

Gedragstherapie wil zeggen dat je met een psycholoog of psychiater praat over je ‘rookgedrag'. Dat rookgedrag is niet alleen het roken zelf, maar alles wat daarmee te maken heeft. Bijvoorbeeld: als je nerveus bent ga je meer roken. Wie zijn eigen rookgedrag begrijpt, zal makkelijker kunnen stoppen. Voor meer informatie klik hier.

Andere methoden

Er zijn veel methoden om van het roken af te komen, te veel om hier allemaal op te noemen. We beschrijven een paar methoden waarbij verschillende mensen baat hebben gehad, maar waarvan niet of nog niet voldoende wetenschappelijk is vastgesteld dat ze werken.

Acupunctuur

Acupunctuur wil zeggen dat met kleine naaldjes de energiebanen in het lichaam worden verdoofd of juist geprikkeld. Bij sommige mensen helpt dit om de ontwenningsverschijnselen in de hand te houden, zodat de eerste weken wat makkelijker zijn. Vaak wordt er met kleine naaldjes in het oor geprikt (oor-acupunctuur). Zie de Gouden Gids onder acupunctuur. Let er op dat de acupuncturist is aangesloten bij de Belgische Vereniging van Geneesheren-Acupuncturisten: http://www.acupunctuur.be/.

Softlasertherapie

Deze behandeling lijkt op acupunctuur. Met een bepaalde soort laser worden bepaalde lichaamspunten behandeld, zodat de behoefte aan nicotine vermindert. Voor meer informatie kun je kijken op de website van ‘Stop met Roken’: http://www.stopmetroken.nu/.

Hypnose

Door je onder hypnose te brengen probeert een therapeut je motivatie om te stoppen te versterken. Ook wordt geprobeerd ontwenningsverschijnselen te verminderen. Je kunt best naar een arts gaan die aangesloten is bij de Vlaamse Wetenschappelijke Hypnotherapievereniging: http://www.vhyp.be/.

Boeken over stoppen met roken

Veel mensen zeggen baat te hebben gehad bij het boek Stoppen met roken van Alan Carr. In dat boek wordt op een duidelijke manier het rookgedrag beschreven. De bewering van Carr is: wie éénmaal inziet dat het roken niet meer is dan een verslaving en begrijpt hoe deze verslaving precies werkt, zal weinig moeite meer hebben om de verslaving te doorbreken. Stoppen met roken is dan opeens veel makkelijker. Voor meer informatie over alternatieve methoden kun je naar de website van ‘Tabakstop’ gaan.

Meer informatie:

-          www.tabakstop.be

-          http://www.tabakologen.be/

-          https://www.rookstopmethulp.be/

-          http://www.ikstopmetroken.com/

-          www.stopmetroken.nu

-          http://www.komopenstop.be/

Heb je nog vragen ?

Aarzel niet om contact op te nemen met je apotheker en/of arts.

Astma, sport en beweging

Mensen met astma wordt aangeraden regelmatige te bewegen en te sporten. Bewegen helpt om de conditie te verbeteren en meer ademcapaciteit te krijgen. De klachten kunnen verminderen en de kwaliteit van leven neemt toe.

  • Als je wilt gaan sporten maar niet gewend bent om dit te doen, spreek er dan over met je arts. Hij of zij kan je advies geven over een geschikte sport of bewegingsactiviteit.
  • Je kunt beweging makkelijk inpassen in je dagelijkse activiteiten. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift, de fiets in plaats van de auto, enz.
  • In een perioode dat je veel klachten hebt, is het af te raden om veel of intensief te sporten. Probeer eerst je klachten weer onder controle te krijgen.
  • Veel mensen met astma hebben last van inspanningsastma. Dit wil zeggen dat ze snel na het begin van een inspanning last krijgen van benauwdheid. Spreek hierover met je arts. Klachten zijn vaak het ergst in koude en droge lucht. Bepaalde sporten, zoals zwemmen geven minder klachten. Door een rustige en lange warming-up of door vooraf bepaalde geneesmiddelen te nemen, kunnen klacht ook vaak voorkomen worden.
  • Bij veel luchtvervuiling (vaak bij windstil weer) kun je beter niet buiten sporten.
  • Als je hooikoorts hebt, kan het beter zijn om tijdens het hooikoortseizoen niet buiten te sporten. Overleg eventueel met je arts. Soms kunnen geneesmiddelen helpen.
  • Ga niet sporten als je koorts hebt (gehad), zoals bij griep of een erge verkoudheid. De kans op een aanval is dan groter. Ga pas sporten als je een week koortsvrij bent.
  • Sporten zoals zweefvliegen, deltavliegen, parachutespringen en diepzeeduiken worden afgeraden voor mensen met astma. Bij deze sporten wordt er veel van de longen gevraagd. Tijdens deze sporten is er een groot risico dat je een ernstige aanval krijgt. Indien je deze sporten toch wil doen, overleg dan met je arts.

Astma, omgaan met ernstige aanvallen

Aanvallen

Astma-aanvallen verschillen in ernst, van mild tot zeer ernstig.

Milde aanval

  • je kunt praten;
  • kortademigheid bij wandelen;
  • je kunt makkelijk platliggen;
  • je ademt iets sneller dan normaal;
  • de ademhaling piept een beetje.

Matig ernstige aanval

  • je bent kortademig tijdens het praten;
  • je gaat het liefst zitten of liggen;
  • je bent onrustig;
  • je ademt duidelijk sneller dan normaal
  • de ademhaling wordt piepend

Ernstige aanval

  • je bent te kortademig om te praten;
  • je wilt alleen maar zitten, liggen gaat niet;
  • je bent angstig;
  • je ademt duidelijk sneller dan normaal;
  • de ademhaling piept duidelijk maar kan ook gaan rochelen of brommen

Zeer ernstige aanval

  • je wordt verward of suf;
  • de ademhalingsbewegingen verlopen vreemd;
  • de ademhaling piept niet meer.

Zeer ernstige aanval met dreigende ademhalingsstilstand

  • je bent heel er benauwd;
  • geneesmiddelen helpen niet meer of onvoldoende;
  • opname op spoed is noodzakelijk.

 Signalen van een aanval

  • je moet meer hoesten;
  • je wordt 's nachts vaker benauwd wakker;
  • je hebt een benauwder gevoel dan normaal;
  • je gebruikt vaker dan normaal je luchtwegverwijder;
  • de luchtwegverwijder werkt niet zo snel of lang als normaal;
  • je hebt meer inhalaties nodig om de klachten te verhelpen.

Deze signalen betekenen dat je klachten niet onder controle zijn. Maak zo snel mogelijk een afspraak met je arts en pas samen de behandeling aan. Een aanval kan dan vaak voorkomen worden.

In bepaalde gevallen neemt de kans op een ernstige aanval toe. Let in deze gevallen goed op of een een aanval voelt aankomen:

  • Als je je medicatie niet of niet volgens voorschrift neemt, neetm de kans op een ernstige aanval toe.
  • Een verkoudheid, griep of een andere luchtweginfectie maakt de kans op een ernstige aanval groter. Symptomen van een infectie zijn bijvoorbeeld: meer hoesten, benauwdheid, meer slijm, koorts, ziek zijn.
  • Bepaalde prikkels, allergische en niet allergische, kunnen een aanval veroorzaken. Als je last hebt van hooikoorts is de kans op een aanval tijdens het hooikoortsseizoen bijvoorbeeld groter.

Wat kun je doen

Algemeen:

  • Draag een papiertje bij je waarop staat wat anderen voor je kunnen doen bij een benauwdheidsaanval. Je kunt dit bijvoorbeeld bewaren in je portemonnee.
  • Maak afspraken met je arts over wat je moet doen als de klachten toenemen, ondanks dat je je geneesmiddelen neemt en over geneesmiddelen die je als het nodig is extra kunt nemen.
  • Maak afspraken met je arts over wat je kunt doen bij een ernstige aanval en spreek af wat anderen voor je kunnen doen. Maar hier aantekeningen, zodat de arts kan nalezen of alles duidelijk is. Je kunt deze aantekeningen ook gebruiken om anderen uit te leggen wat ze bij een aanval kunnen doen.
  • Als je allergisch bent voor bepaalde voeding, neem dan volgende voorzorgsmaatregelen:
    • Vermijd stoffen waar je gevoelig op reageert.
    • Kijk op verpakkingen van levensmiddelen: bevat de voeding een stof waar je allergisch voor bent?
    • Bespreek met uw arts wat je kunt doen als je een bepaalde stof toch binnenkrijgt.
    • Vertel mensen welke dingen je niet mag eten.

Bij een aanval:

  • Blijf kalm en probeer zo rustig en diep mogelijk adem te halen. Let hierbij vooral op de uitademing. In regel moet je tweemaal langer uitademen dan inademen.
  • Blijf zitten. De beste houding is met de handen steunend op de knieën of op een tafel. Soms is het aangenaam een paar kussens op de tafel te leggen. Je ademhaling wordt door deze houding het beste ondersteund, omdat er meer ruimte in je borstkas komt.
  • Maak knellende kleding zoals sjaals, jassen en riemen los.
  • Drink lauw water. Door het snelle ademen droog je uit en dat maakt het ademen moeilijker. Neem kleine slokjes, zodat je je niet verslikt.

Na een aanval:

  • Na een aanval kan het zijn dat je extra geneesmiddelen moet nemen om de astma weer onder controle te krijgen. Neem de geneesmiddelen volgens voorschrift van de arts. Als je zelf meer of minder gaat nemen, kan dit vervelende gevolgen hebben.
  • Het kan nuttig zijn om samen met de arts na te gaan waardoor de aanval ontstond. Vragen die hierbij kunnen helpen zijn:
    • Waren er tekens vooraf?
    • Waren er bijzondere omstandigheden? Was je bijvoorbeeld verkouden?
    • Ben je in contact gekomen met zaken waar je overgevoelig voor bent?
    • Had je medicijnen ingenomen, zoals bètablokkers of aspirine? Deze geneesmiddelen kunnen bij sommige mensen een astma-aanval uitlokken?

Wat kunnen anderen voor u doen

Onderstaande tips zijn bedoelt voor de omgeging.

  • Roep allereerst de hulp van een arts in.
  • Blijf kalm. Een aanval ziet er akelig uit maar rustig blijven werkt het beste.
  • Blijf altijd in de nabijheid van de persoon, ook al kun je misschien niet veel doen.
  • Laat de ander niet liggen, maar zitten. Zoek een zittende houding die het meest verlichting geeft. Geef eventueel kussens voor wat extra steun.
  • Haal lauw water en laat hem of haar regelmatig kleine slokjes drinken. Door de snelle ademhaling wordt de mond erg droog.
  • Verwittig meteen de hulpdiensten wanneer de persoon met een aanval verward wordt of buiten bewustzijn raakt, ook als de dokter al onderweg is.
  • Stel enkel vragen die met ja of nee te beantwoorden zijn. De persoon kan dan knikken of met het hoofd schudden; voor een lang antwoord heeft hij of zij geen lucht.

Astma, bijzondere situaties

In bepaalde situaties moeten mensen met astma extra opletten, omdat ze dan meer kans hebben op klachten. 

Griep, verkoudheid en andere infecties

Infecties maken de luchtwegen gevoeliger voor prikkels, zodat de kans groter is dat je benauwdheidsklachten krijgt. Probeer luchtweginfecties zoveel mogelijk te voorkomen:

  • Laat je elk jaar opnieuw vaccineren tegen griep.
  • Probeer mensen die verkouden of grieperig zijn uit de weg te gaan.
  • Vermijd in het griepseizoen grote groepen mensen in krappe ruimten (lift, volle bussen, trein, discotheken,...).
  • Pas je kledij goed aan: niet te warm en niet te koud.

Rokerige ruimtes, alcohol en drugs

  • De werking van astma geneesmiddelen wordt niet beïnvloed door alcohol.
  • Bepaalde toevoegingen aan (alcholosche) dranken kunnen klachten veroorzaken. Dit is voor iedereen verschillend. Het gaat niet om de alcohol zelf, maar om bepaalde toevoegingen voor de smaak of houdbaarheid.
  • Het gebruik van drugs geeft extra risico's voor mensen met astma.
    • Cocaïne, amfetamine en xtc versterken de werking van luchtwegverwijders. Dit kan risico's geven voor het hart.
    • Een overmatig gebruik van drugs gaat vaak samen met een onregelmatig leven. De kans is groot dat je je medicatie onregelmatig inneemt, waardoor de kans op klachten groter wordt.
    • Op een feest waar meer mensen drugs gebruiken, is de kans groot dat anderen een aanval niet opmerken en geen hulp kunnen bieden als dit nodig is.
    • Een aantal drugs wordt via roken of inademen gebruikt. Deze stoffen zijn nog schadelijker voor de luchtwegen dan normale tabak.

Seksualiteit

  • Geneesmiddelen bij astma hebben over het algemeen geen invloed op de seksualiteit.
  • Sommige mensen hebben tijdens het vrijen last van inspanningsastma. Het helpt om het vrijen rustig op te bouwen en niet over je grenzen te gaan. Als er toch problemen ontstaan kan het helpen om vooraf een luchtwegverwijder te nemen.
  • De meeste mensen vrijen op bed, dus op een matras en lakens. Door de bewegingen van het vrijen kunnen er veel prikkelende stoffen vrijkomen, afkomstig van huisstofmijt. Probeer huisstofmijt zoveel mogelijk aan te pakken met hygiënische maatregelen.

Menstruatie

Sommige vrouwen merken dat ze een paar dagen voor de menstruatie meer klachten hebben. Ook tijdens de menstruatie kunnen klachten toenemen.
Indien je klachten door de menstruatie toenemen, kun je met de arts afspreken om je medicatiegebruik in die periode aan te passen.

Sport en inspanning

Bij inspanningsastma ontstaan klachten tijdens of na de inspanning. Ongeveer 70 tot 90 procent van alle mensen met astma heeft hier last van.

  • Sommige mensen kunnen door rustige en lange warming-up voorkomen dat ze klachten krijgen. Loop een paar minuten rustig in, doe lenigheids- of stretchoefeningen.
  • Doe het rustiger aan als je merkt dat je klachten begint te krijgen.
  • Bespreek met je arts over het gebruik van geneesmiddelen tijdens of voorafgaand aan het sporten of andere inspanningen.
  • Sommige mensen met astma gaan door het sporten hyperventileren. Je kunt in zo'n geval best in een papieren zakje of in je handen ademen. De verhouding tussen zuurstof en koolzuurgas in het bloed wordt daarmee hersteld en de klachten verdwijnen.

Vakantie

  • Neem voldoende medicatie mee. Voldoende wil zeggen: meer dan je waarschijnlijk nodig hebt. Doe dit zeker als je op je vakantieplek niet of moeilijk aan medicatie kunt geraken.
  • Bedenk dat je tijdens een vakantie andere dingen doet dan thuis. Je bent waarschijnljk actiever en meer buiten. Hierdoor kunnen je klachten anders zijn dan thuis, dus misschien heb je meer of andere geneesmiddelen nodig. Bespreek dit met je arts.
  • Zorg voor een geneesmiddelenpaspoort: een lijst waarop staat welke geneesmiddelen je bij je hebt. Op de lijst moet de werkzame stof worden vermeld, dus niet de merknaam. Vermeld ook de maximale dosering en de manier van toedienen. Zorg ervoor dat de lijst in het Engels is. Ga voor deze lijst naar uw huisarts of apotheker. Deze lijst is handig als u medische hulp nodig heeft. Het is dan duidelijk welke geneesmiddelen u gebruikt. Ook kan zo een lijst handig zijn bij de douane. Het voorkomt dat bij de grens wordt gedacht dat je drugs bij je hebt.
  • Op je vakantieverblijf kun je je medicatie op de normale manier bewaren. Pas op met zeer hoge temperaturen (boven de 25 graden); hierdoor kan de werkzaamheid van de geneesmiddelen afnemen.
  • Sommige poederinhalatoren zijn gevoelig voor vocht. In een zeer vochtig klimaat kan de inhalator verstopt raken. Informeer vooraf bij uw apotheker.
  • Zoek vooraf informatie over het klimaat en het weer in de periode dat je op vakantie wilt gaan. Je kunt een andere bestemming kiezen of je kunt je arts ook vragen of je tijdelijk meer geneesmiddelen kunt gebruiken.
    • In mei en in juni kun je in landelijk gebied bijvoorbeeld last hebben van stuifmeel (hooikoorts).
    • Bij warm en vochtig weer, zoals in Aziatische landen, zijn veel schimmels en dergelijke.
    • Er kunnen grote temperatuursverschillen zijn, bijvoorbeeld tussen dag en nacht (in de bergen) of tussen binnen en buiten (wintersport).
  • Als je gaat kamperen, zet dan een week voor vertrek de tent een keertje op, zodat deze een beetje kan luchten. Maak de slaapzakken, matjes en andere kampeerspullen zo goed mogelijk schoon.
  • Als je allergisch bent voor huisstofmijt kun je speciale, voor vakantie bestemde, kussen- en matrashoezen meenemen, die tegen huisstofmijt beschermen.
  • Probeer vooraf na te gaan hoe de medische zorg in je vakantiebestemming is geregeld. Ben je in de buurt van een ziekenhuis? Kun je aan medicatie geraken?
  • Informeer bij je verzekeraar naar de vergoeding voor medische kosten die je misschien in het buitenland moet maken.

Folder

Montelukast (10 mg)

Astma

Astma

wat is astma - hoe ontstaat het - behandeling - wanneer je arts contacteren

 

Inhalatiecorticosteroïden bij astma of COPD

hoe werkt het - het het geneesmiddel nemen - wat bij een vergeten dosis - hoelang nemen - mogelijke nevenwerkingen - wat met alcohol - wat met autorijden - wanneer je arts contacteren

 

Samenstelling

Elke filmomhulde tablet bevat 10,40 mg natriummontelukast, wat overeenstemt met 10 mgmontelukast.

Hulpstof met bekend effect: Elke filmomhulde tablet bevat 122,2 mg lactose (als lactosemonohydraat).

  • Kern

Natriumlaurylsulfaat

Lactosemonohydraat

Hydroxypropylcellulose

Gepregelatineerd (maïs)zetmeel

Natrium(maïs) zetmeelglycolaat (Type A)

Magnesiumstearaat

  • Omhulling

Hydroxypropylcellulose

Hypromellose

Titaniumdioxide (E171)

Geel ijzeroxide (E172)

Rood ijzeroxide (E172)