Gebruik

Omdat Atrauman® niet hecht aan de huid, kan hetbevestigen op sommige plaatsen lastig zijn, bijvoorbeeld aan de onderkant van het been. De eenvoudigste methode is om eerst het zalfkompres op het secundaire verband te plaatsen en dan beide verbanden samen op de wond aan te brengen. Als een secundair verband niet nodig is, kan het zalfkompres ook met een gaasverband worden gefixeerd.

In beeld

Algemeen

Zalfkompres

Voor atraumatische wondbehandeling in allewondgenezingsfasen, bijvoorbeeld bij littekenweefsel, beenulcera, decubitus, brandwonden, stralingsschade, abcessen, huidtransplantaties en nagelextracties. Contra-indicaties: niet bekend.

Het dunne zachte weefsel van hydrofobe polyestervezels heeft een glad oppervlakdat voorkomt dat nieuw gevormd weefsel in het kompres groeit. Zo wordt voorkomen dat het kompres zich aan de wond hecht, wat geregeld voorkomt. Er blijven geen zalfresten achter in de wond, waardoor de wond gemakkelijk te reinigen en te beoordelen is. Atrauman® houdt de wond en de wondranden soepel en beschermt de wond tegen uitdroging. De zalf is lucht- en exsudaatdoorlatend. Hierdoor kan exsudaat snel uit de wond worden afgevoerd. Om ervoor te zorgen dat overtollig exsudaat snel wordt opgenomen, moet Atrauman® worden gecombineerd met een absorberend verband. Omdat de zalf geen werkzame bestanddelen bevat, kan het kompres ook binnen de dermatologie en voor geneesmiddelgevoelige patiënten dan wel patiënten met een gevoelige huid worden gebruikt. Therapeutisch werkzame stoffen kunnen na beoordeling door de arts worden toegevoegd. Atrauman® moet bij elke verbandwissel worden vervangen, tenzij de behandelend arts iets anders voorschrijft.

Samenstelling

Samenstelling/Inhoud

Zalfcompres zonder werkzame stoffen, van polyestertule, geïmpregneerd met een neutrale zalfmassa zonder toevoeging van vaseline of andere paraffinen. Bevat uitsluitend plantaardige grondstoffen. Goed drapeerbaar, laat de secreties door, kleeft niet in de huid.

Atrauman wordt gebruikt voor atraumatische wondverzorging in alle fasen van de wondgenezing; bij schaaf-, scheur- en kneuswonden, ulcus cruris, decubitus, brand-, schroei-, ets- en stralingswonden, abcessen, furunkels, karbonkels, panaritium; voor de afdekking van donor- en receptorsites, bij huidtransplantaties, in de plastische en cosmetische chirurgie, bij nagelextracties, fimosisoperaties, enz.