Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > HALDOL 2MG/ML 30 ML DRUPPELS

Voornaam:
     
Achternaam:
     
Email:
     
Jouw vraag / opmerking:
     
HALDOL 2MG/ML 30 ML DRUPPELS
JANSSEN CILAG
30 ml druppels
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/f06ea046f8643c982b400d15706dd43f.jpeg
HALDOL 2MG/ML 30 ML DRUPPELS
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/f06ea046f8643c982b400d15706dd43f.jpeg
https://assets.medipim.be/media/medium/f06ea046f8643c982b400d15706dd43f.jpeg

Prijs incl. btw: Vermelde prijs is inclusief BTW en onder voorbehoud van prijswijzigingen en of typfouten.

8,21 €
CNK code: 114595
In voorraad
Deskundig advies
Leveringen in PEER: op weekdagen besteld voor 15u, vandaag nog in huis!
Gratis levering vanaf 50 €

Dit geneesmiddel kan niet opgestuurd worden. Voorschriftplichtig

Meer
Belangrijke informatie
Dit is een geneesmiddel.
Het is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Comform de wetgeving kan u het enkel reserveren en in onze apotheek betalen en afhalen. Bedankt voor uw begrip.
Lees ook onze info voor verstandig gebruik van medicatie.
Lees aandachtig de bijsluiter.
  • Dagelijks op hetzelfde tijdstip innemen.
  • Alcohol vermijden
Specifieke vragen?

Gebruik

Hoeveel gebruiken?

Als dit geneesmiddel door uw arts is voorgeschreven, respecteer dan de voorgeschreven dosis en de behandelingsduur.

Volwassenen:

De startbehandeling kan tweemaal daags 0,5 mg tot 5 mg bedragen. De dosis kan geleidelijk aan verhogen. Het is ook mogelijk voor een inspuiting te kiezen: één- tot tweemaal daags 1 ml intramusculair.
De maximale dosis per dag voor volwassenen is 60 mg.

Bij chronische schizofrenie kan de arts beslissen wekelijks de dosis te verhogen. Bijvoorbeeld week 1: 10 mg per dag, week 2: 20 mg per dag, ... tot een dosis van 60 mg per dag bereikt is. Dit wordt dan 2 tot 3 maanden aangehouden. Nadien wordt de dosis weer verlaagd door per week de dagelijkse dosis met 10 mg te verminderen tot een dosis waarbij de patiënt goed blijft functioneren.
De gemiddelde onderhoudsdosis bedraagt 1 tot 15 mg per dag. In sommige gevallen is een dagelijkse dosis van meer dan 15 mg noodzakelijk.
De dosis kan heel verschillend zijn naargelang de ernst van de aandoening. De arts zal bepalen welke dosis het best aansluit bij uw aandoening.

Bij ernstige acute psychotische episodes kan men kiezen voor een intramusculaire inspuiting. Men begint met 5 mg intramusculair. Na 30 minuten kan de toestand worden geëvalueerd. Indien niet de minste reactie bespeurd wordt, en de bloeddruk is hoger dan 120/80, kan opnieuw een hogere dosis worden ingespoten (b.v. 7 tot 10 mg). Indien al een kalmering zichtbaar is, kan na 1 tot 3 uur de volgende, iets lagere dosis worden gegeven tot een stabilisatie van de toestand optreedt. Hierna kan worden overgeschakeld op orale medicatie.

Bij hevige chronische pijn kan dit geneesmiddel gebruikt worden, meestal in combinatie met een sterkwerkende pijnstiller. De gebruikelijke dosering bedraagt tweemaal daags 1 tablet van 0,5 mg.

Tegen misselijkheid en braken volstaan 2 tot 5 druppels (van 2mg/ml) twee- tot driemaal daags.

Kinderen:

Startdosis voor kinderen jonger dan 5 jaar: tweemaal daags 2 druppels (van 2 mg/ml).
Startdosis voor kinderen ouder dan 5 jaar: tweemaal daags 5 druppels (van 2 mg/ml).
Het is eventueel mogelijk om tabletten te gebruiken voor kinderen. De arts zal bepalen welke dosering nodig is.

Hoe gebruiken ?

Dit geneesmiddel wordt meestal twee- tot driemaal daags ingenomen. Volg de instructies die de arts u oplegt.

De tabletten dient u in te slikken met water.
De druppels om in te nemen langs de mond (1 druppel = 0,1 mg).
De ampullen dienen om intramusculair of intraveneus in te spuiten.

Gebruiksaanwijzing voor het openen van het plastieken druppelflesje:

Duw de plastieken schroefdop naar beneden terwijl u tegen wijzerzin draait.
Na verwijdering van de dop kan u het benodigde aantal druppels uitknijpen met behulp van de druppelteller die op de fles is aangebracht.

Wanneer begint het te werken?

Het kan enige tijd duren voor het geneesmiddel ten volle werkzaam is.

Hoelang gebruiken?

Uw arts zal  bepalen hoelang u dit geneesmiddel moet innemen.
Contacteer uw arts wanneer u de indruk heeft dat de werking onverwacht zwak of sterk is, uw symptomen niet verbeteren of verergeren.  

Kan ik zomaar stoppen?

Stop nooit met dit geneesmiddel, tenzij uw arts u dat heeft gezegd.
Uw symptomen kunnen dan terugkeren. Wanneer uw arts beslist om dit geneesmiddel te stoppen, kan uw dosis over een paar dagen worden afgebouwd. 

Dosis vergeten?

Wanneer u een dosis bent vergeten in te nemen, neem hem dan zodra u eraan denkt. Indien het bijna tijd is voor de volgende dosis, sla dan de vergeten dosis over en ga verder met de inname zoals u dat gewoonlijk doet.

Indien u meer dan twee doses bent vergeten, neem dan contact op met uw arts.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Teveel ingenomen?

Wanneer u teveel hebt ingenomen, dient u onmiddellijk een arts of het Antigifcentrum (070/245 245) te contacteren.

Na een overdosering kunnen volgende symptomen optreden: onverschilligheid, neiging tot slapen, verlaging van de bloeddruk, wegdraaien van de ogen, overvloedige speekselafscheiding, ongewone bewegingen van mond en ledematen, spierstijfheid.

Vraag uw arts en/of apotheker altijd om advies!

Opgelet met

De ziekte van Parkinson. Aangezien de ziekte van Parkinson het gevolg is van een onvoldoende secretie of activiteit van dopamine, zal een neurolepticum die toestand nog verergeren.Comateuze toestanden, onderdrukking van het centraal zenuwstelsel o.a. ten gevolge van alcohol, bekende overgevoeligheid voor één van de bestanddelen of andere butyrofenonen, laesies aan de basale ganglia.Gekende QT-verlenging en familiale voorgeschiedenis van QT-verlenging, bestaande ritmestoornissen of torsades de pointes.

Bewaren

Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

Houd het geneesmiddel buiten bereik en zicht van kinderen.

Gebruik dit geneesmiddel niet na de uiterste gebruiksdatum. De afkorting "exp." op de verpakking betekent dat het geneesmiddel vervalt op de laatste dag van de maand die na de afkorting vermeld staat (de eerste twee cijfers geven de maand aan, de volgende het jaar).

In beeld

Algemeen

Dit geneesmiddel bevat de werkzame stof haloperidol. Haloperidol behoort tot de klasse van de antipsychotica. Deze stof doet het effect van het natuurlijk voorkomend dopamine en serotonine (in mindere mate) ter hoogte van de hersenen verminderen. Hierdoor zullen onrust, agressie en eventuele waanbeelden, hallucinaties, ... verminderen.

Uw arts kan dit geneesmiddel voorschrijven bij personen met een verwarde gedachtengang of achtervolgingswaan. Het kan ook voorgeschreven worden bij schizofrenie, zwakzinnigheid, agressiviteit en dwaalzucht bij bejaarden, hik, karakter- en gedragsstoornissen bij kinderen, ongecontroleerde bewegingen, stotteren of bij hevige langdurige pijn of bij misselijkheid en braken.

De ampullen dienen om intramusculair of intraveneus in te spuiten. 

Bijwerking

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen geven. Niet iedereen heeft last van bijwerkingen.

Mogelijke nevenwerkingen zijn:

  • slaperigheid, vooral in het begin van de behandeling,
  • overdreven zenuwachtigheid,
  • verwardheid,
  • depressie,
  • slaapstoornissen,
  • duizeligheid,
  • hoofdpijn,
  • lichtgevoeligheid,
  • bloeddrukverlaging,
  • maagbrand,
  • gewichtsveranderingen,
  • leverstoornissen,
  • zwelling van de borstklier, afscheiding van melk of menstruatiestoornissen kunnen voorkomen bij langdurige behandeling. Dit is ongevaarlijk.

 

Raadpleeg onmiddellijk een arts:

  • bij hoge koorts, polsversnelling, zweten, bewegingsonmacht, spierstijfheid, versnelde ademhaling of verminderd bewustzijn.
  • wanneer u last krijgt van zenuwtrekkingen ter hoogte van de tong, het gezicht, de mond of de kaken door langdurig gebruik van dit geneesmiddel.
  • bij bewegingsstoornissen, zoals spierstijfheid, moeilijkheden bij het gaan, beven, ongecontroleerde bewegingen en onvermogen om stil te blijven zitten.
  • bij huiduitslag, jeuk, kortademigheid, een gezwollen gezicht of onregelmatige hartslag. Dit kan wijzen op overgevoeligheid voor dit geneesmiddel.
  • bij pijn, zwelling en roodheid van de benen, pijn in de borst en ademhalingsmoeilijkheden.

 

Minder voorkomende bijwerkingen kan u terugvinden in de bijsluiter.

Heeft u last van bijwerkingen die niet op de bijsluiter vermeld staan, neem dan contact op met uw arts of apotheker.

 

Onze beste tips

Valpreventie: woning aanpassen

Toegangsweg en terras:

  • Zorg dat er geen uitstekende tegels zijn.
  • Bladeren, mos en sneeuw kunnen tegels en houten oppervlakken glad maken. Zorg dan ook dat dit verwijderd wordt.
  • Wanneer tegels los liggen zorg je beter dat deze vast worden gelegd.
  • Zorg voor een vrije toegangsweg. Verwijder voorwerpen die in de weg staan.

Verlichting:

  • Zorg dat alle kamers voldoende verlicht zijn. Zeker bij trappen en tussen de slaap- en badkamer.
  • Een automatische verlichting met sensor kan nuttig zijn.

Telefoon:

  • Plaats de telefoon niet te hoog zodat je er gemakkelijk bij kunt.
  • Zorg voor een centrale plaats voor uw telefoon zodat je er snel bij kunt geraken. Een draagbare telefoon is aangeraden.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Het kan nuttig zijn om bij je telefoon een lijstje te leggen met telefoonnummers indien je hulp nodig hebt. Stel eventueel in je telefoon een sneltoets in zodat je snel iemand kunt bereiken.
  • Eventueel kan een personenalarmsysteem geïnstalleerd worden in je woning. Indien je de telefoon niet meer kunt bereiken kun je met dit systeem snel iemand contacteren.

Trappen:

  • Zorg dat traplopers goed vastliggen.
  • Leg geen voorwerpen op de trap.
  • Leg geen matje onderaan de trap.
  • Kleef een antislipstrook op de treden van uw trap.
  • Ga nooit op onstabiele trapjes of ladders staan.
  • Duid eventueel de eerste en de laatste trede aan met speciale fluostripjes.
  • Zorg voor een stevige trapleuning. Indien mogelijk aan beide zijden van de trap.
  • Voorzie voldoende verlichting op en rond de trap.

Vloer:

  • Laat niets op de vloer slingeren. Ruim steeds meteen je woning op.
  • Hou je vloer schoon en droog. Je kunt vallen of slippen op water, stof, kruimels of groenten. 
  • Leg zo weinig mogelijk tapijten in huis. Indien je toch tapijten wenst in huis, kies dan een tapijt met een antislip-systeem.
  • Losse kabels moeten vastgemaakt worden aan de muur.

Badkamer en wc:

  • Probeer de badkamervloer droog te houden. Natte tegels kunnen heel glad zijn.
  • Zorg voor stevige handgrepen waar nodig.
  • Leg eventueel een antislipmat in bad of douche. Voor het toilet kan een antislipmatje ook nuttig zijn.
  • Was jezelf zittend aan de lavabo of in de douche. Er bestaan speciale douchezitjes, maar een plastic tuinstoel kan ook geschikt zijn, indien deze in je douchecabine past.

Keuken:

  • Plaats dingen die je regelmatig gebruikt binnen handbereik.
  • Zet een kookpot met bijvoorbeeld hete soep of boodschappentassen nooit op de grond.
  • Indien je iets moet nemen op grotere hoogte, gebruik dan een stevige en stabiele trapladder in plaats van een stoel.
  • Berg elektrische apparaten en gevaarlijke voorwerpen, zoals messen, na gebruik veilig op.

Slaapkamer:

  • Schaf je een tweede telefoon (draagbaar). Zo hoef je je niet te haasten om op tijd de telefoon op te nemen.
  • Kies een bed met aangepaste hoogte, je moet gemakkelijk in en uit het bed komen. Zorg ervoor dat je voeten de grond raken wanneer je op de rand van het bed zit.
  • Je lichtschakelaar moet bij voorkeur toegankelijk zijn vanuit je bed.

Valpreventie: beweging

  • Probeer een half uur per dag actief te bewegen. Speel met je kleinkinderen, neem de trap in plaats van de lift, werk in de tuin, wandel naar de winkel, doe huishoudelijke taken, … .
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.
  • Beperk langdurig zitten. Onderbreek het zitten elke 30 minuten door enkele malen op te staan en even rond te wandelen.
  • Hou je spieren in conditie door regelmatig te wandelen, te fietsen, te zwemmen, … .
  • Er zijn cursussen die je kunt volgen om je evenwicht te verbeteren, bv tai chi, yoga, turnen.
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Warm je spieren altijd eerst op voordat je een inspanning levert.
  • Drink voldoende water wanneer je een inspanning doet.
  • Zoek eventueel een partner om samen bewegingsoefeningen te doen, indien je dit niet graag alleen doet.
  • Stap regelmatig: bewegen verbetert de conditie van je botten.
  • Probeer veel melkproducten te eten. Vraag eventueel aan je arts of apotheker voor voedingssupplementen met extra calcium en vitamine D.
  • Stop met roken en matig je alcoholgebruik.

Valpreventie: veilig geneesmiddelgebruik

  • Vermijd zo veel mogelijk het innemen van kalmeer- of slaapmiddelen omdat je hier duizelig van kan worden. Indien je ze toch moet nemen, wees dan aandachtig voor de mogelijke bijwerkingen. Bespreek dit met je arts.
  • Bespreek het gebruik van geneesmiddelen met je arts. Bepaalde geneesmiddelen kunnen de kans op vallen verhogen.
  • Neem geneesmiddelen precies zoals de arts (of apotheker) je heeft verteld.
  • Contacteer je arts indien je last hebt van bijwerkingen.
  • Hou er rekening mee dat je ook duizelig kunt worden van geneesmiddelen die niet op voorschrift zijn, bijvoorbeeld voedingssupplementen met valeriaan, …
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Beperk of vermijd het gebruik van alcohol.

Valpreventie: voldoende zicht

  • Ga regelmatig naar de oogarts. Misschien moet e brilsterkte aangepast worden.
  • Leen geen bril van iemand anders.
  • Zorg voor voldoende verlichting in heel je huis. Liefst met lampenkap of mat glas zodat je niet verblind wordt.
  • Ruim dadelijk op zodat er niets rondslingert waarover je later kunt struikelen.

Valpreventie: duizeligheid voorkomen

  • Neem plaats op de rand van je bed, stoel of zetel vooraleer je opstaat. Laat je benen bengelen totdat je niet meer duizelig bent.
  • Adem een aantal keren diep in en uit.
  • Plaats vervolgens je beide voeten naast elkaar. Zet ze plat op de grond onder je knieën.
  • Steun met je handen op je knieën en sta langzaam recht.

Valpreventie: stabiliteit en mobiliteit

  • Zorg dat je schoenen goed passen.
  • Draag gesloten schoenen.
  • Kies schoenen met een brede, lage hak, een dunne antislipzool met velcro of veters.
  • Strik altijd je veters.
  • Loop nooit op kousen, liever op blote voeten.
  • Verzorg je voeten goed, behandel wondjes en drukplekken. Een bezoek van een pedicure is geen overbodige luxe.
  • Draag pantoffels die je voeten goed omsluiten (geen instekers).
  • Draag eventueel steunzolen.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: valangst voorkomen

  • Zet je telefoon (of meerdere) op een centrale plaats.
  • Leg alarmnummers in de buurt van je telefoon of zet ze als sneltoets in je telefoon.
  • Indien je een alarmzender draagt van je persoonlijk alarm draag je deze best rond je hals of pols. Bij een val volstaat een druk op de knop voor hulp.
  • Spreek met vrienden of buren af. Bel elke dag of ga eens langs. Zorg ervoor dat je niet vergeten wordt.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: bij een val

  • Probeer zo rustig mogelijk te blijven.
  • Zorg dat je niet onderkoelt raakt: ga op een mat liggen, bedek uzelf met kranten, tapijt, deken, jas, kussens, … .
  • Probeer iemand te verwittigen (telefoon, persoonlijk alarm, roepen, kloppen).
  • Probeer recht te komen als je geen erge pijn voelt (bv. aan je heupen, in je buik, aan je hoofd of in je borststreek).

Rechtkomen na een val:

  • Rol op je buik door je hand over je buik in de andere richting te brengen.
  • Steun op beide handen en voeten en duw af zodat je op beide knieën komt te steunen.
  • Zoek steun aan een stevig en stabiel meubel.
  • Zet één voet plat op de grond, plooi je knie en duw jezelf op.

Schizofrenie: herstel

Toekomstplan

Na een psychose is het belangrijk dat je je leven weer probeert op te bouwen. Samen met hulpverleners, en eventueel uw familie, kun je een plan opmaken over hoe je verder wilt: een toekomstplan. Een plan, geeft een overzicht, een houvast. Hierin kan staan:

  • Hoe een psychose voorkomen.
  • Doelstellingen voor de toekomst.
    • Wat wil je bereiken;
    • Hoe kun je dat bereiken.
    • Welke hulp heb je daarbij nodig.
  • Wensen en mogelijkheden op gebied van:
    • wonen (zelfstandig, bij familie, onder begeleiding).
    • opleiding, werk en dagbesteding.
    • contact met anderen (sport, vereniging, vrienden,…).
  • Wat te doen in noodgevallen, bijvoorbeeld afspraken over:
    • gebruik medicatie tijdens psychose.
    • eventuele opname.

Dagbesteding

Probeer regelmaat aan te brengen in je leven. Een regelmatig leven helpt stress te voorkomen. Zorg ervoor dat je iets om handen hebt. Zoek activiteiten die je zinvol vindt, die je leuk vindt en die je goed liggen. Organiseer je activiteiten door een dag- of weekprogramma te maken.

Wat er in een dagprogramma kan staan:

  • dagelijkse dingen, zoals:
    • vast tijdstip voor opstaan.
    • vast tijdstip voor maaltijden.
    • boodschappen.
    • opruimen, de was doen,….
    • rekeningen betalen.
  • gaan werken/ vrijwilligerswerk/dagactiviteitencentrum.
  • gaan sporten.

Schizofrenie: psychose

Met medicatie en hulp kun je lange tijd in evenwicht blijven. Veel mensen met schizofrenie maken echter opnieuw slechte perioden mee. Niet zelden komen ze opnieuw in een psychose terecht. Soms is daar een duidelijke reden voor, zoals het stoppen met medicatie, maar het kan ook zomaar gebeuren. Een psychose kondigt zich vaak aan.

Leer waarschuwingssignalen herkennen

  • Wat waren de waarschuwingssignalen bij een vorige psychose?
  • Vraag aan mensen uit je omgeving of zij zagen dat er iets aan je gedrag veranderde.
  • Houd een dagboekje bij. Zo kun je eventueel signalen bij uzelf opmerken. Noteer hierin bijvoorbeeld:
    • wat je gedaan hebt.
    • hoe je je voelde.
    • wie je ontmoet hebt.
    • welke medicatie je gebruikt heeft.
    • of je hebt gedronken.

Mogelijke waarschuwingssignalen

  • vergeetachtigheid;
  • achterdochtiger zijn dan anders;
  • vreemde ideeën;
  • meer belangstelling voor geloof, filosofie en magie;
  • minder logisch denken;
  • snel afgeleid zijn;
  • somberheid;
  • sneller geïrriteerd zijn;
  • futloos zijn;
  • slecht slapen;
  • meer of minder eten;
  • angstiger zijn dan normaal;
  • uzelf minder goed verzorgen;
  • problemen op school/werk.

Schakel tijdig hulp in. Als je snel goede hulp krijgt, kun je de schade beperken.

Schizofrenie: stress

Stress kan een psychose uitlokken. Je kunt stress in de hand houden door signalen van stress te herkennen, overzicht te houden en bewust te leren ontspannen.

Stress herkennen
Als stress te veel oploopt en te lang aanhoudt, ontstaan er klachten.

  • Lichamelijk: spierpijn, klamme handen, slecht slapen, hartkloppingen,… .
  • Psychisch: lusteloos, rusteloos, gejaagd, snel geïrriteerd,… .
  • Gedrag: concentratieproblemen, piekeren, cynisme, overmatig gebruik van alcohol, drugs of medicatie,... .

Overzicht bewaren
Enkele tips:

  • Gebruik een agenda om je dagen te plannen.
  • Maak lijstjes, bijvoorbeeld:
    • verjaardagen naasten;
    • boodschappen;
    • medicatie die je gebruikt.
  • Neem niet te veel hooi op de vork. Plan je agenda niet te vol, plan bewust tijd in voor ontspanning.

Leer ontspannen
Je kunt bewust leren ontspannen door middel van ontspanningsoefeningen of door te gaan sporten.

Folder

Schizofrenie

In gesprek over Schizofrenie

misverstanden - verschijnselen - oorzaken - behandeling -
 

Schizofrenie, mijn wereld is niet de jouwe

 

Samenstelling

De werkzame stof is haloperidol. Haldol 2 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing bevatten 2 mg haloperidol (R 1625) per ml druppelvloeistof (1 ml = 20 druppels).

Andere bestanddelen zijn:
melkzuur
methylparahydroxybenzoaat
gezuiverd water