Levodopa verhoogt de hoeveelheid dopamine in de hersenen. Bij mensen met de ziekte van Parkinson beginnen de cellen die dopamine produceren, af te sterven en neemt de hoeveelheid dopamine in de hersenen af. Dit kan leiden tot trage bewegingen, stijfheid van spieren en beven (tremor).
Dopadecarboxylase-inhibitoren werken het enzyme dopadecarboxylase tegen. Dit enzyme is verantwoordelijk voor de aanmaak van bepaalde neurotransmittors. Dit zijn stoffen die in ons lichaam door zenuwcellen worden afgegeven om informatie door te geven. De dopadecarboxylase-inhibitoren zorgen ervoor dat de neurotransmittors Dopamine en Serotonine minder aangemaakt worden.
Levodopa wordt vaak in combinatie met een dopadecarboxylase-inhibitor toegepast om bepaalde nevenwerkingen van Levodopa tegen te gaan.