Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > Dementie: moeilijk gedrag

Dementie: moeilijk gedrag

Het zorgen voor mensen die kampen met dementie brengt soms verrassende uitdagingen met zich mee. Niet zelden wordt je geconfronteerd met moeilijk gedrag. Gedrag die de persoon met dementie vroeger nooit stelde of zou stellen, kan optreden. Dit is voor de omgeving vaak verwarrend en kan zorgen voor spanningen. We zetten een aantal tips op een rijtje. We starten met algemene tips om daarna in te zoomen op specifieke situaties.

• Begrijp de oorzaak: Probeer te achterhalen waar het moeilijke gedrag vandaan komt. Het kan voortkomen uit verwarring, angst, pijn of frustratie. Probeer te identificeren wat de trigger kan zijn.

Besef dat de persoon met dementie niet met opzet probleemgedrag vertoont. Probeer begrip te tonen.

• Blijf kalm en geduldig: Het is essentieel om kalm te blijven, zelfs als de persoon verward of boos is. Probeer niet te confronteren maar ga in plaats daarvan rustig en vriendelijk met hen om.

• Zorg voor een veilige omgeving: Verminder afleidingen en creëer een rustige en bekende omgeving. Dit kan helpen om angst en verwarring te verminderen.

• Communiceer duidelijk: Gebruik eenvoudige en duidelijke taal. Maak oogcontact en gebruik rustige, geruststellende stemtonen. Geef ze de tijd om te reageren en forceer geen antwoorden als ze dat niet willen of kunnen geven.

• Behoud routines: Probeer zoveel mogelijk een vaste routine aan te houden. Dit kan helpen bij het verminderen van verwarring en angst.

• Stimuleer zelfstandigheid: Moedig activiteiten aan waarin de persoon zich nog steeds competent voelt. Het kan iets eenvoudigs zijn, zoals helpen met huishoudelijke taken, om hun gevoel van eigenwaarde te behouden.

• Gebruik afleiding en kalmerende technieken: Afleiding kan helpen om de aandacht af te leiden van het moeilijke gedrag. Dit kan zijn door het aanbieden van favoriete muziek, het voorlezen van een boek, of het aanbieden van een knuffel of handmassage.

• Zoek steun: Zorg voor je eigen welzijn en zoek steun bij andere verzorgers, professionele zorgverleners of ondersteuningsgroepen. Het is belangrijk om niet alleen te staan in de zorg voor iemand met dementie.

• Professionele hulp: In sommige gevallen kan professionele hulp nodig zijn. Een specialist op het gebied van dementiezorg kan specifieke technieken aanbevelen die kunnen helpen bij het omgaan met moeilijk gedrag.

 

Apathie

• Neem initiatief tot activiteiten die de persoon met dementie nog kan en leuk vindt.

• Probeer hem/haar te betrekken bij bezigheden (huishouden/in tuin werken, fotoalbums).

• Probeer sociale contacten aan te houden, voorkom sociaal isolement.

• Gebruik zintuigstimulering bij ernstige dementie, zoals muziek, geuren, aanraking, … .

 

Depressie en angst

• Stel hem/haar gerust en neem de klachten serieus.

• Bij angst voor een specifieke situatie: laat hem/haar langzaam wennen of pas de situatie aan.

• Biedt veiligheid en vertrouwen.

• Zorg voor een goede balans tussen activiteiten en rust.

 

(Nachtelijke) onrust

• Blijf rustig en ga de confrontatie niet aan.

• Laat merken dat u hem/haar niet alleen laat.

• Ga lichamelijke agressie uit de weg: trek je terug en geef hem/haar tijd om af te koelen.

• Probeer hem/haar op rustige toon te kalmeren, ga niet in discussie.

• Stel geen eisen en bied op een onopvallende manier hulp.

‘s Nachts:

• Zorg voor regelmaat. Hou vaste tijden aan voor het opstaan en naar bed gaan.

• Zorg dat hij/zij kan inslapen. Ga niet te vroeg naar bed, kijk geen spannende tv-programma’s, eet geen zware maaltijden meer,… .

• Probeer te voorkomen dat hij/zij ’s nachts wakker wordt. Zorg voor:

o een comfortabel bed.

o verduisterende gordijnen.

o een goede ventilatie.

o een aangename temperatuur (niet te warm of te koud).

o een comfortabele pyjama.

• Voorkom ongelukken. Laat niets op de vloer slingeren, doe eventueel de voordeur op slot.

• Zorg dat hij/zij naar het toilet is geweest voor het slapen gaan.

• Laat een nachtlampje aan in de slaapkamer en op de gang.

• Is het toilet ver verwijderd, schaf dan eventueel een toiletstoel aan.

• Praat met je arts over de slaapproblemen. Misschien zijn er bepaalde oorzaken zoals pijn, medicatie, … .

• Bespreek het gebruik van slaapmiddelen steeds goed met uw arts. Deze middelen werken meestal goed maar hebben ook nadelen (bijwerkingen, afhankelijkheid en sufheid/verwarring bij het ontwaken).

 

Psychose

• Ga ervan uit dat de wanen en hallucinaties als werkelijk worden beleefd.

• Blijf rustig en probeer de ander gerust te stellen. De persoon met dementie aanraken of een hand of arm vast houden kan helpen.

• Ga wanen of hallucinaties niet tegenspreken, ontkennen of belachelijk maken. Dit zal snel leiden tot onrust en spanning.

• Probeer mee te gaan in de belevingswereld (als iemand bijvoorbeeld bang is van dieren in huis, jaag ze dan weg).

• Het kan helpen om ’s nachts een lichtje te laten branden.

• Soms lukt het om mensen af te leiden met bijvoorbeeld spelletjes of door te praten over een leuk onderwerp. De wanen zullen niet verdwijnen maar kunnen wel meer naar de achtergrond raken en daardoor minder beangstigend of storend zijn.

• Wanen kunnen vervelend zijn wanneer ze beschuldigend worden. Bijvoorbeeld: ‘Je wil me vergiftigen’ of ‘Je hebt me bestolen’. Houd jezelf voor dat het komt door de dementie. Probeer niet kwaad te worden of er tegenin te gaan.

 

Dwalen

• Vermijd een gebiedende toon. Uitdrukkingen als ‘Blijf nu toch eens zitten!’ helpen vaak niet. Een beter alternatief is bijvoorbeeld ‘Kom je een kopje koffie met me drinken?’ of‘Zal ik je helpen met je trui aan te doen?’.

• Probeer te achterhalen in welke situaties de neiging ontstaat om te lopen en probeer deze situaties te voorkomen. Bijvoorbeeld elke keer als de radio te luid staat.

• Verlies de persoon met dementie niet uit het oog bij het wandelen of winkelen.

• Zorg ervoor dat hij/zij niet zelf het huis kan verlaten (speciale sloten, ramen dicht, …). Let erop dat het huis geen gevangenis lijkt. Als de persoon met dementie merkt dat alle ramen en deuren afgesloten zijn kan dat juist tot angst en onrust leiden.

• Maak een kaartje met adresgegevens en doe dit in de jas of portemonnee van de persoon met dementie. Vertel eventueel aan de buren dat hij/zij kan gaan dwalen.

 

Elke persoon met dementie is anders, dus het kan zijn dat niet alle strategieën voor iedereen werken. Het is een kwestie van proberen en aanpassen om te zien wat het beste werkt voor de persoon met dementie waar je voor zorgt.