Apotheek Meysen Peer 3990 Peer : Home > SIPRALEXA 10 MG 56 TABL

Voornaam:
     
Achternaam:
     
Email:
     
Jouw vraag / opmerking:
     
SIPRALEXA 10 MG 56 TABL
LUNDBECK
56 deelbare tabletten
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/3a5612c80cb17a7d43dffbc0eaedd0f06a4b2d07.jpeg
SIPRALEXA 10 MG 56 TABL
Thumbnail image for https://assets.medipim.be/media/medium/3a5612c80cb17a7d43dffbc0eaedd0f06a4b2d07.jpeg
https://assets.medipim.be/media/medium/3a5612c80cb17a7d43dffbc0eaedd0f06a4b2d07.jpeg

Prijs incl. btw: Vermelde prijs is inclusief BTW en onder voorbehoud van prijswijzigingen en of typfouten.

13,55 €
CNK code: 2405058
In voorraad
Deskundig advies
Leveringen in PEER: op weekdagen besteld voor 15u, vandaag nog in huis!
Gratis levering vanaf 50 €

Dit geneesmiddel kan niet opgestuurd worden. Voorschriftplichtig

Thumbnail image for https://media.medipim.be/media/450x450/afeadd2db220b5836999205820f56bc43ddcd703.jpg
SIPRALEXA 10 MG 56 TABL
Ovale, witte tablet met aan één kant een breukstreep, waarop aan elke zijde van de breukstreep “E” en “L” gedrukt staat.
Meer
Belangrijke informatie
Dit is een geneesmiddel.
Het is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Comform de wetgeving kan u het enkel reserveren en in onze apotheek betalen en afhalen. Bedankt voor uw begrip.
Lees ook onze info voor verstandig gebruik van medicatie.
Lees aandachtig de bijsluiter.
  • NIET kauwen, in zijn geheel inslikken
  • Op nuchtere of volle maag innemen
  • Dagelijks op hetzelfde tijdstip innemen.
  • Kan droge mond geven, zorg voor goede mondhygiëne!
  • Kan rijgedrag en/of reactievermogen beïnvloeden
  • Alcohol vermijden
Specifieke vragen?

Gebruik

Hoeveel gebruiken?

Als dit geneesmiddel door uw arts is voorgeschreven, respecteer dan de voorgeschreven dosis en de behandelingsduur.

Volwassenen vanaf 18 jaar:
(onder 18 jaar kan enkel wanneer de arts hier uitdrukkelijk toestemming voor geeft)

Eénmaal daags 10 mg is de gebruikelijke dosis. De arts kan de dosis verhogen tot maximaal 20 mg, éénmaal daags.
Soms is het aangewezen te starten met een dosis van 5 mg, éénmaal daags.

Hoe gebruiken ?

Bij voorkeur wordt dit geneesmiddel tijdens of buiten de maaltijd ingenomen. Best niet kauwen op de tabletten vanwege de bittere smaak. Slik de tabletten in hun geheel in. Het is mogelijk de tabletten doormidden te breken. Probeer het geneesmiddel elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen.

Wanneer begint het te werken?

Het kan 4 tot 6 weken duren voordat u merkt dat dit geneesmiddel begint te werken. Blijf doorgaan met de inname van dit geneesmiddel zelfs als het enige tijd duurt voor u een verbetering voelt.

Hoelang gebruiken?

Uw arts zal bepalen hoelang u dit geneesmiddel moet innemen. Indien u te vroeg met de behandeling stopt zullen de symptomen terugkeren. Het wordt aanbevolen de behandeling voort te zetten gedurende minstens 6 maanden nadat u zich opnieuw goed voelt.

Kan ik zomaar stoppen?

Stop niet zomaar met het gebruik van dit geneesmiddel. Het is nodig het geneesmiddel geleidelijk aan af te bouwen in overleg met uw arts. Hou er rekening mee dat de werking van het geneesmiddel pas na 4 tot 6 weken merkbaar is.

Dosis vergeten?

Indien u een dosis bent vergeten in te nemen en u beseft het vóór het slapengaan, neem dan de vergeten dosis onmiddellijk in. De volgende dag kunt u uw volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.

Indien u tijdens de nacht of pas de volgende dag beseft dat u een dosis vergeten bent, sla dan de gemiste dosis over en neem het geneesmiddel in zoals gewoonlijk. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Teveel ingenomen?

Heeft u teveel van dit geneesmiddel op korte tijd ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245 245).

Een overdosis kan gekenmerkt worden door duizeligheid, beven, gejaagdheid, stuipen, coma, misselijkheid, braken, verandering in het hartritme, verlaagde bloeddruk en veranderingen in het lichaamsvocht en –zout evenwicht.

Vraag uw arts en/of apotheker altijd om advies!

Opgelet met

Overgevoeligheid voor escitalopram of voor één van de hulpstoffen.Gelijktijdige behandeling met niet selectieve, irreversibele mono-amino-oxidase inhibitoren (MAO-remmers) is tegenaangewezen wegens het risico op optreden van een serotoninesyndroom gepaard met agitatie, tremor, hyperthermie, enz (zie rubriek Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie).De combinatie van escitalopram met reversibele MAO-A inhibitoren (vb. moclobemide) of de reversibele niet selectieve MAO inhibitor, linezolide, is tegenaangewezen wegens het risico op optreden van een serotoninesyndroom (zie rubriek Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie).

Bewaren

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Gebruik Sipralexa niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de blisterverpakking en op de doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of door de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

In beeld

Depressie


Algemeen

Dit geneesmiddel bevat de werkzame stof escitalopram.

Escitalopram behoort tot de groep van de selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's). Iedereen heeft een stof in de hersenen die serotonine heeft. Mensen die depressief zijn, hebben een lager niveau van serotonine dan anderen. Verstoringen van het serotoninesysteem spelen een belangrijke rol in het ontstaan van depressies en aanverwante aandoeningen. SSRI's werken in op het serotoninesysteem in de hersenen en verhogen het serotoninegehalte. Hierdoor zullen de stemming verbeteren en angsten verminderen.

Artsen kunnen dit geneesmiddel voorschrijven bij de behandeling van depressie en angststoornissen (zoals paniekstoornis met of zonder pleinvrees, sociale angststoornis, gegeneraliseerde angststoornis en obsessieve-compulsieve stoornis).

Het kan enkele weken duren vooraleer u zich beter begint te voelen. Blijf dit geneesmiddel nemen, zelfs al duurt het even voor u een verbetering voelt van uw toestand.
Spreek met uw arts als u zich niet beter voelt of als u zich slechter voelt.

 

Bijwerking

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen geven. Niet iedereen heeft last van bijwerkingen.


Mogelijke nevenwerkingen zijn:

  • hoofdpijn,
  • misselijkheid,
  • braakneigingen,
  • neusverstopping of neusloop (sinusitis),
  • verminderde of verhoogde eetlust,
  • rusteloosheid,
  • angst,
  • abnormale dromen,
  • moeilijk in slaap geraken,
  • zich slaperig voelen,
  • duizeligheid,
  • geeuwen,
  • beven,
  • gevoel van prikken in de huid,
  • diarree,
  • obstipatie,
  • braken,
  • droge mond,
  • overdreven zweten,
  • pijn in spieren en gewrichten,
  • seksuele stoornissen (vertraagde ejaculatie, erectieproblemen, verminderde libido (geslachtsdrift) en verstoord orgasme bij vrouwen),
  • vermoeidheid,
  • koorts,
  • toegenomen lichaamsgewicht.

 

Minder voorkomende bijwerkingen kan u terugvinden in de bijsluiter.

Heeft u last van bijwerkingen die niet op de bijsluiter vermeld staan, neem dan contact op met uw arts of apotheker. 

Onze beste tips

Depressie: algemeen

Enkele tips om zelf aan de slag te gaan

  • Vaak helpt het om er met anderen over te praten. Leg hen uit hoe je je voelt. De meeste mensen hebben hier begrip voor.
  • Gun jezelf de tijd om ingrijpende ervaringen te verwerken. Sta jezelf toe om verdrietig of boos te zijn. Stel niet te hoge eisen aan jezelf.
  • Probeer regelmaat in je leven te houden:
  • Ga op normale tijden naar bed.
  • Sta op tijd op en kleed je aan.
  • Eet drie keer per dag op vaste tijden (en drink liever geen alcohol).
  • Zorg voor afleiding en ontspanning door dingen te doen die je prettig vindt.
  • Zorg ook voor extra lichaamsbeweging, bijvoorbeeld door dagelijks een halfuur te wandelen of fietsen, zwemmen of tuinieren.
  • Ga bij vrienden langs, ook al zie je er tegenop. Een regelmatige dagindeling met wat lichamelijke activiteit en sociale contacten helpt bij een depressie. Blijf dus niet alleen maar thuis zitten.

In sommige gevallen is het raadzaam een arts te raadplegen.

Samenleven met iemand met een depressie, enkele tips

  • Zoek informatie op over depressie.
  • Aanvaard de situatie.
  • Praat wat meer over vroeger, zoek activiteiten die de persoon vroeger leuk vond.
  • Zorg voor een luisterend oor.
  • Blijf praten. Spreek ook over uw eigen gedachten en gevoelens.
  • Schakel tijdig hulp in van anderen. Vermijd dat je overbelast raakt. Probeer je eigen bezigheden zoveel mogelijk te behouden.
  • Let op signalen die op zelfmoord kunnen wijzen.

Valpreventie: woning aanpassen

Toegangsweg en terras:

  • Zorg dat er geen uitstekende tegels zijn.
  • Bladeren, mos en sneeuw kunnen tegels en houten oppervlakken glad maken. Zorg dan ook dat dit verwijderd wordt.
  • Wanneer tegels los liggen zorg je beter dat deze vast worden gelegd.
  • Zorg voor een vrije toegangsweg. Verwijder voorwerpen die in de weg staan.

Verlichting:

  • Zorg dat alle kamers voldoende verlicht zijn. Zeker bij trappen en tussen de slaap- en badkamer.
  • Een automatische verlichting met sensor kan nuttig zijn.

Telefoon:

  • Plaats de telefoon niet te hoog zodat je er gemakkelijk bij kunt.
  • Zorg voor een centrale plaats voor uw telefoon zodat je er snel bij kunt geraken. Een draagbare telefoon is aangeraden.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Het kan nuttig zijn om bij je telefoon een lijstje te leggen met telefoonnummers indien je hulp nodig hebt. Stel eventueel in je telefoon een sneltoets in zodat je snel iemand kunt bereiken.
  • Eventueel kan een personenalarmsysteem geïnstalleerd worden in je woning. Indien je de telefoon niet meer kunt bereiken kun je met dit systeem snel iemand contacteren.

Trappen:

  • Zorg dat traplopers goed vastliggen.
  • Leg geen voorwerpen op de trap.
  • Leg geen matje onderaan de trap.
  • Kleef een antislipstrook op de treden van uw trap.
  • Ga nooit op onstabiele trapjes of ladders staan.
  • Duid eventueel de eerste en de laatste trede aan met speciale fluostripjes.
  • Zorg voor een stevige trapleuning. Indien mogelijk aan beide zijden van de trap.
  • Voorzie voldoende verlichting op en rond de trap.

Vloer:

  • Laat niets op de vloer slingeren. Ruim steeds meteen je woning op.
  • Hou je vloer schoon en droog. Je kunt vallen of slippen op water, stof, kruimels of groenten. 
  • Leg zo weinig mogelijk tapijten in huis. Indien je toch tapijten wenst in huis, kies dan een tapijt met een antislip-systeem.
  • Losse kabels moeten vastgemaakt worden aan de muur.

Badkamer en wc:

  • Probeer de badkamervloer droog te houden. Natte tegels kunnen heel glad zijn.
  • Zorg voor stevige handgrepen waar nodig.
  • Leg eventueel een antislipmat in bad of douche. Voor het toilet kan een antislipmatje ook nuttig zijn.
  • Was jezelf zittend aan de lavabo of in de douche. Er bestaan speciale douchezitjes, maar een plastic tuinstoel kan ook geschikt zijn, indien deze in je douchecabine past.

Keuken:

  • Plaats dingen die je regelmatig gebruikt binnen handbereik.
  • Zet een kookpot met bijvoorbeeld hete soep of boodschappentassen nooit op de grond.
  • Indien je iets moet nemen op grotere hoogte, gebruik dan een stevige en stabiele trapladder in plaats van een stoel.
  • Berg elektrische apparaten en gevaarlijke voorwerpen, zoals messen, na gebruik veilig op.

Slaapkamer:

  • Schaf je een tweede telefoon (draagbaar). Zo hoef je je niet te haasten om op tijd de telefoon op te nemen.
  • Kies een bed met aangepaste hoogte, je moet gemakkelijk in en uit het bed komen. Zorg ervoor dat je voeten de grond raken wanneer je op de rand van het bed zit.
  • Je lichtschakelaar moet bij voorkeur toegankelijk zijn vanuit je bed.

Valpreventie: veilig geneesmiddelgebruik

  • Vermijd zo veel mogelijk het innemen van kalmeer- of slaapmiddelen omdat je hier duizelig van kan worden. Indien je ze toch moet nemen, wees dan aandachtig voor de mogelijke bijwerkingen. Bespreek dit met je arts.
  • Bespreek het gebruik van geneesmiddelen met je arts. Bepaalde geneesmiddelen kunnen de kans op vallen verhogen.
  • Neem geneesmiddelen precies zoals de arts (of apotheker) je heeft verteld.
  • Contacteer je arts indien je last hebt van bijwerkingen.
  • Hou er rekening mee dat je ook duizelig kunt worden van geneesmiddelen die niet op voorschrift zijn, bijvoorbeeld voedingssupplementen met valeriaan, …
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Beperk of vermijd het gebruik van alcohol.

Valpreventie: beweging

  • Probeer een half uur per dag actief te bewegen. Speel met je kleinkinderen, neem de trap in plaats van de lift, werk in de tuin, wandel naar de winkel, doe huishoudelijke taken, … .
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.
  • Beperk langdurig zitten. Onderbreek het zitten elke 30 minuten door enkele malen op te staan en even rond te wandelen.
  • Hou je spieren in conditie door regelmatig te wandelen, te fietsen, te zwemmen, … .
  • Er zijn cursussen die je kunt volgen om je evenwicht te verbeteren, bv tai chi, yoga, turnen.
  • Vermijd bruuske bewegingen. Let op bij het opstaan uit bed of wanneer je rechtstaat uit een stoel of zetel. Ga eerst rustig recht zitten en wacht even totdat er zeker geen duizelingen meer zijn.
  • Warm je spieren altijd eerst op voordat je een inspanning levert.
  • Drink voldoende water wanneer je een inspanning doet.
  • Zoek eventueel een partner om samen bewegingsoefeningen te doen, indien je dit niet graag alleen doet.
  • Stap regelmatig: bewegen verbetert de conditie van je botten.
  • Probeer veel melkproducten te eten. Vraag eventueel aan je arts of apotheker voor voedingssupplementen met extra calcium en vitamine D.
  • Stop met roken en matig je alcoholgebruik.

Valpreventie: voldoende zicht

  • Ga regelmatig naar de oogarts. Misschien moet e brilsterkte aangepast worden.
  • Leen geen bril van iemand anders.
  • Zorg voor voldoende verlichting in heel je huis. Liefst met lampenkap of mat glas zodat je niet verblind wordt.
  • Ruim dadelijk op zodat er niets rondslingert waarover je later kunt struikelen.

Valpreventie: duizeligheid voorkomen

  • Neem plaats op de rand van je bed, stoel of zetel vooraleer je opstaat. Laat je benen bengelen totdat je niet meer duizelig bent.
  • Adem een aantal keren diep in en uit.
  • Plaats vervolgens je beide voeten naast elkaar. Zet ze plat op de grond onder je knieën.
  • Steun met je handen op je knieën en sta langzaam recht.

Valpreventie: stabiliteit en mobiliteit

  • Zorg dat je schoenen goed passen.
  • Draag gesloten schoenen.
  • Kies schoenen met een brede, lage hak, een dunne antislipzool met velcro of veters.
  • Strik altijd je veters.
  • Loop nooit op kousen, liever op blote voeten.
  • Verzorg je voeten goed, behandel wondjes en drukplekken. Een bezoek van een pedicure is geen overbodige luxe.
  • Draag pantoffels die je voeten goed omsluiten (geen instekers).
  • Draag eventueel steunzolen.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: valangst voorkomen

  • Zet je telefoon (of meerdere) op een centrale plaats.
  • Leg alarmnummers in de buurt van je telefoon of zet ze als sneltoets in je telefoon.
  • Indien je een alarmzender draagt van je persoonlijk alarm draag je deze best rond je hals of pols. Bij een val volstaat een druk op de knop voor hulp.
  • Spreek met vrienden of buren af. Bel elke dag of ga eens langs. Zorg ervoor dat je niet vergeten wordt.
  • Geef een sleutel van je woning aan familie, vrienden of buren.
  • Maak eventueel gebruik van hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje.

Valpreventie: bij een val

  • Probeer zo rustig mogelijk te blijven.
  • Zorg dat je niet onderkoelt raakt: ga op een mat liggen, bedek uzelf met kranten, tapijt, deken, jas, kussens, … .
  • Probeer iemand te verwittigen (telefoon, persoonlijk alarm, roepen, kloppen).
  • Probeer recht te komen als je geen erge pijn voelt (bv. aan je heupen, in je buik, aan je hoofd of in je borststreek).

Rechtkomen na een val:

  • Rol op je buik door je hand over je buik in de andere richting te brengen.
  • Steun op beide handen en voeten en duw af zodat je op beide knieën komt te steunen.
  • Zoek steun aan een stevig en stabiel meubel.
  • Zet één voet plat op de grond, plooi je knie en duw jezelf op.

Angststoornis: leren ontspannen

Leer stress herkennen en probeer bewust te ontspannen op momenten dat de stress oploopt.

Leer stress herkennen

Hieronder enkele typische verschijnselen bij stress.

  • Lichamelijk:
    • gespannen spieren;
    • klamme handen;
    • vaak hoofdpijn hebben;
    • slecht slapen;
    • hartkloppingen;
    • vaak moe zijn;
    • hoge bloeddruk.
  • Psychisch:
    • lusteloos, somber;
    • zich machteloos voelen;
    • lusteloos, gejaagd;
    • snel geïrriteerd.
  • Gedrag:
    • heel veel of net heel weinig eten;
    • alcohol drinken om te kunnen ontspannen;
    • regelmatig kalmerende middelen/ slaapmiddelen gebruiken;
    • veel klagen, cynisch zijn;
    • neiging zich terug te trekken of net  heel druk zijn;
    • niet meer echt kunnen genieten.

Ademhalingsoefeningen of spierontspanningsoefeningen kunnen helpen om te ontspannen. Denk bijvoorbeeld aan yoga.

Leef gezond

Hoe gezonder je bent, hoe beter je tegen stress of spanning bestand bent.

  • Eet gezond en gevarieerd.
  • Beweeg voldoende.
  • Zorg voor een goede nachtrust.

Besteed aandacht aan sociale contacten

Contact met anderen helpt stress te voorkomen. Doe dingen waar je plezier in hebt. Plan regelmatig leuke en ontspannende activiteiten in, zoals:

  • sporten;
  • in de tuin werken;
  • naar de film;
  • uit eten met vrienden;
  • … .

Depressie: omgaan met

Actief blijven

  • Probeer actief te blijven, ook als je je moe of lusteloos voelt.
  • Maak een dagprogramma. Dit kan je helpen om actief te blijven. Enkele tips:
    • Wat je doet maakt niet uit, als je maar iets doet (afwassen, in de tuin werken,..).
    • Maak het programma niet te vol.
    • Maak de activiteiten op zichzelf niet te zwaar. Zeg bijvoorbeeld niet dat je het hele huis gaat schoonmaken, zeg liever dat je de douche grondig gaat poetsen.
    • Het is niet erg wanneer het niet lukt om alles uit te voeren. Volgende keer beter.
  • Zorg voor regelmaat. Probeer een vast tijdstip aan te houden voor het eten, het naar bed gaan en het opstaan. Dit geeft meer structuur en houvast.
  • Voorkom dat je jezelf gaat verwaarlozen. Besteed tijd aan het nemen van een douche, haren wassen, scheren,… .
  • Zoek steun in je omgeving. Probeer iemand te vinden met wie je af en toe open en eerlijk kan praten over je depressie.
  • Sporten en bewegen kunnen helpen om je stemming te verbeteren. Ga wandelen, fietsen, zwemmen,… .


Seksualiteit

Mensen met een depressie hebben vaak minder zin in seks. Bedenk dat de depressie je problemen veroorzaakt en dat ze waarschijnlijk overgaan als de depressie verdwijnt. Wat je zelf kunt proberen:

  • Probeer te praten met je partner over je seksuele problemen. Zo kan je misverstanden vermijden.
  • Seks is meer dan geslachtsgemeenschap. Maak eventueel afspraken om elkaar een tijd lang wel te strelen, elkaar vast de pakken, te masseren,… maar geen gemeenschap te hebben.
  • Als je denkt dat je seksuele problemen niet worden veroorzaakt door de depressie, spreek hier dan over met je arts. De arts kan onderzoeken of er misschien andere oorzaken zijn.

Als je depressie herstelt, zal waarschijnlijk ook de behoefte aan seks terugkeren. Indien je seksuele problemen ook na je depressie blijven bestaan, is er misschien een andere oorzaak. Spreek hierover met je  arts.

Folder

Depressie

In gesprek over depressie

depressie - verschijnselen - verloop - oorzaken - behandeling - tips voor patiënten en hun naasten

 

Angststoornis

Dwangstoornis

wat is een dwangstoornis en hoe uit het zich - diagnose - voorbeelden dagelijkse moeilijkheden - behandelingen, medicamenteus en therapeutisch - tips voor patiënt en omgeving
 

Gegeneraliseerde angststoornis

gegeneraliseerde angststoornis - verschijnselen - gevolgen - voorkomen en beloop - oorzaken - behandeling - vervolg - tips voor patiënten en hun naasten
 

Posttraumatische stress-stoornis

posttraumatische stress-stoornis - verschijnselen - gevolgen - voorkomen en beloop - oorzaak - vervolg - tips voor patiënten en hun naasten
 

Sociale fobie

symptomen - onstaan - gevolgen - oorzaken - behandeling - medicatie en bijwerkingen - tips voor patiënten en omgeving
 

Samenstelling

Het actieve bestanddeel is escitalopram. Elke tablet bevat 10 mg escitalopram (als oxalaat).

De andere bestanddelen zijn:
microkristallijne cellulose
colloïdaal watervrij siliciumdioxide
talk
natriumcroscarmellose
magnesiumstearaat
hypromellose
macrogol 400
titaandioxide (E171)